ECLI:NL:GHARL:2025:5593

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
200.346.721/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de economische eigendom van een hangar op de voormalige militaire vliegbasis Twente en ongerechtvaardigde verrijking

In deze zaak gaat het om een hoger beroep waarin de eiser, Avimat Coating B.V., stelt economisch eigenaar te zijn van een hangar op de voormalige militaire vliegbasis Twente. De hangar is echter verkocht door de gedaagde, een samenwerkingsverband van provincie en gemeente, aan een particulier in het kader van een gebiedsontwikkeling. De eiser betoogt dat deze transactie heeft geleid tot ongerechtvaardigde verrijking van de gedaagde, omdat de verkoop ten nadele van de eiser zou zijn geweest.

De procedure begon bij de rechtbank Overijssel, waar de kantonrechter op 21 maart 2023 een vonnis heeft gewezen. De eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, met een dagvaarding op 2 januari 2024. De memorie van grieven werd ingediend op 18 februari 2025, gevolgd door de memorie van antwoord op 29 april 2025 en een aanvullende memorie op 8 juli 2025. Het hof heeft besloten tot een mondelinge behandeling, waarbij partijen op 5 november 2025 in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen voor een raadsheer-commissaris.

De mondelinge behandeling zal plaatsvinden in het paleis van justitie in Leeuwarden, waar de advocaten van beide partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten toe te lichten. Het hof heeft ook bepaald dat partijen ervoor moeten zorgen dat alle relevante processtukken tijdig worden ingediend. De beslissing van het hof is op 2 september 2025 openbaar uitgesproken door de rechters J.H. Kuiper, W.F. Boele en M. Willemse.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.346.721/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel 10079338)
arrest van 2 september 2025
in de zaak van
Avimat Coating B.V.,
die is gevestigd in Genemuiden,
appellante,
bij de rechtbank: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
Avimat,
advocaat: mr. J.J. Douwes, die kantoor houdt te Arnhem,
tegen
[geïntimeerde],
die woont in [woonplaats1] ,
geïntimeerde,
bij de rechtbank: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. J. Smit, die kantoor houdt te Zwolle.

1.De procedure bij de rechtbank

Voor het verloop van de procedure bij de rechtbank verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 21 maart 2023 dat de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft gewezen.

2.De procedure bij het hof

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 2 januari 2024,
- de memorie van grieven tevens wijziging / aanvulling grondslag eis in hoger beroep (met producties) d.d. 18 februari 2025,
- de memorie van antwoord tevens voorwaardelijk incidenteel appel d.d. 29 april 2025 (met producties),
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep d.d. 8 juli 2025.
2.2
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3.De beoordeling in hoger beroep

3.1
Het hof zal een enkelvoudige mondelinge behandeling door een aan te wijzen raadsheer-commissaris bepalen als bedoeld in artikel 87 Rv.
3.2
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
bepaalt een mondelinge behandeling, waarbij partijen (in persoon of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en die tot het geven van inlichtingen in staat is en bevoegd is om een schikking aan te gaan) samen met hun advocaten zullen verschijnen voor een nog aan te wijzen raadsheer-commissaris, voor het hierboven omschreven doel;
bepaalt dat de mondelinge behandeling fysiek zal worden gehouden
op 5 november 2025
te 10.00 uurin het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden;
bepaalt dat
appellant uiterlijk op 9 september 2025 het volledige procesdossierin enkelvoudaan het hof dient te sturen;
bepaalt dat de advocaten bij de mondelinge behandeling ieder gedurende maximaal tien minuten het standpunt van partijen mogen toelichten;
bepaalt dat als een partij bij de mondelinge behandeling nog processtukken of andere stukken wil inbrengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij
uiterlijk 10 kalenderdagenvoor de mondelinge behandeling een kopie van deze stukken hebben ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, W.F. Boele en M. Willemse en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
2 september 2025.