In deze zaak gaat het om een hoger beroep waarin de eiser, Avimat Coating B.V., stelt economisch eigenaar te zijn van een hangar op de voormalige militaire vliegbasis Twente. De hangar is echter verkocht door de gedaagde, een samenwerkingsverband van provincie en gemeente, aan een particulier in het kader van een gebiedsontwikkeling. De eiser betoogt dat deze transactie heeft geleid tot ongerechtvaardigde verrijking van de gedaagde, omdat de verkoop ten nadele van de eiser zou zijn geweest.
De procedure begon bij de rechtbank Overijssel, waar de kantonrechter op 21 maart 2023 een vonnis heeft gewezen. De eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, met een dagvaarding op 2 januari 2024. De memorie van grieven werd ingediend op 18 februari 2025, gevolgd door de memorie van antwoord op 29 april 2025 en een aanvullende memorie op 8 juli 2025. Het hof heeft besloten tot een mondelinge behandeling, waarbij partijen op 5 november 2025 in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen voor een raadsheer-commissaris.
De mondelinge behandeling zal plaatsvinden in het paleis van justitie in Leeuwarden, waar de advocaten van beide partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten toe te lichten. Het hof heeft ook bepaald dat partijen ervoor moeten zorgen dat alle relevante processtukken tijdig worden ingediend. De beslissing van het hof is op 2 september 2025 openbaar uitgesproken door de rechters J.H. Kuiper, W.F. Boele en M. Willemse.