Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van de moeder en de vader over hun twee minderjarige kinderen, geboren in 2008 en 2012. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.N. Sahebdien, verzocht om alleen met het gezag over de kinderen belast te worden, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. M.S. Flokstra, verzocht om gezamenlijk gezag. De rechtbank Overijssel had eerder in een beschikking van 23 mei 2024 het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag toegewezen, wat de moeder in hoger beroep aanvecht.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 januari 2025 gaven de kinderen aan dat zij liever willen dat hun moeder alleen beslissingen over hen kan nemen, uit angst voor conflicten tussen de ouders. De moeder stelde dat de vader, door zijn drugsverslaving en gebrek aan betrokkenheid, niet in staat is om het gezag te delen. De GI (Stichting Jeugdbescherming Overijssel) steunde de moeder in haar verzoek, omdat de vader geen contact meer had met de GI en niet bereid was om samen te werken. Het hof oordeelde dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder alleen met het gezag wordt belast, omdat de vader niet in staat is om zijn verantwoordelijkheden als ouder op te nemen.
Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de vader af, waardoor de moeder weer alleen met het gezag over de kinderen werd belast. Dit besluit is genomen met het oog op het welzijn van de kinderen, die duidelijk hebben gemaakt dat zij liever geen gezamenlijke beslissingen willen met hun vader.