Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De beslissing waarvan beroep
€ 37.500,00. De verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel is door de rechtbank op datzelfde bedrag vastgesteld, met bepaling van een gijzeling van ten hoogste 222 dagen.
Vordering
€ 47.500,00. De verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel dient wat de advocaat-generaal betreft te worden vastgesteld op datzelfde bedrag. Volgens de advocaat-generaal bevat het dossier aanknopingspunten dat geen sprake is geweest van een pondspondsgewijze verdeling. Aannemelijk is geworden dat aan de betrokken personen specifieke bedragen zijn toegekend. Vastgesteld kan worden dat één keer is geoogst aan de [adres 1] te [plaats 1] en dat twee keer is geoogst aan de [adres 2] te [plaats 2] . Voor de opbouwwerkzaamheden ontving betrokkene een bedrag van € 5.000,00 per kwekerij en voor iedere geslaagde oogst ontving hij een bedrag van
€ 12.500,00, aldus de advocaat-generaal.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft het hof verder verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn.
De bewijsmiddelen
A: Ik heb zelf meegeholpen met opbouwen en volgens mij was het klaar ergens in september (
het hof begrijpt: september 2016) dat het startklaar was en dat de plantjes erin gingen.
Het kan de eerste of tweede week geweest zijn.
V: Wie waren er verder nog betrokken bij die hennepkwekerij aan de [adres 1] te [plaats 1] .
A: Ik heb hulp gehad van [ medeverdachte 1] .
V: Hoe vaak is er geoogst aan de [adres 1] te [plaats 1] ?
V: Jij was ook de huurder van het pand [adres 2] in [plaats 2] , als ook de contractant van de stroom leverancier. (...) Wat kun jij verklaren over jou rol in de hennepkwekerij in het pand?
A: Ik heb het pand gehuurd. Euhmm... Ook weer opgebouwd en ingericht op de eerste etage.
V: Wie waren er verder nog meer betrokken bij die hennepkwekerij in [plaats 2] ?
V: We gaan weer even terug naar de [adres 2] te [plaats 2] . Je zei dat je het pand niet kent en nooit bent geweest. Blijf je daarbij?
V: Hoe vaak is daar geoogst?
V: Als jij dit zo ziet op de bijlage en de bedragen, wat kan je hier over verklaren?
het hof begrijpt: [verdachte]) en [betrokkende 1] (
het hof begrijpt: [betrokkende 1]).
V: Sinds wanneer zit er hennep in het pand?
V: Even over de [adres 1] te [plaats 1] : wat kun je hier over vertellen?
Oordeel van het hof
€ 5.000,00 per kwekerij heeft ontvangen en het hof de rollen van [ medeverdachte 1] en betrokkene in dat opzicht als vergelijkbaar beschouwt, wordt ook het voordeel dat betrokkene heeft genoten met betrekking tot de opbouwwerkzaamheden op een bedrag van € 5.000,00 per kwekerij geschat.
Zoals hierboven reeds uiteengezet vervulde ook betrokkene een essentiële rol binnen het geheel. Gelet op de inhoud van het aangetroffen briefje en de hiervoor geschetste context acht het hof het derhalve aannemelijk dat betrokkene per geslaagde oogst een bedrag ter hoogte van € 12.500,00 heeft ontvangen.
€ 47.500,00
Het hof zal de datum van 6 november 2020 dan ook als aanvangsdatum voor de redelijke termijn aannemen. De rechtbank heeft op 24 juni 2022 uitspraak gedaan. Het hof is op grond van hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden nu de behandeling en beslissing op de ontnemingsvordering binnen twee jaren heeft plaatsgevonden.
4 augustus 2025 arrest wordt gewezen. Derhalve is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep van ongeveer één jaar en één maand. Het hof volstaat met de constatering dat sprake is van een termijnoverschrijding, nu in de met de ontnemingszaak samenhangende en gelijktijdig behandelde strafzaak de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep door strafvermindering is gecompenseerd (Vgl. HR 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578).
€ 47.500,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
47.500,00 (zevenenveertigduizend vijfhonderd euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 47.500,00 (zevenenveertigduizend vijfhonderd euro).