ECLI:NL:GHARL:2025:4630

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
21-005957-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep tegen militaire kamer over verdacht van overtredingen van de Opiumwet en Wet Wapens en Munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 juli 2025 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een verdachte, een militair van het Korps Commandotroepen, die wordt verdacht van meerdere strafbare feiten, waaronder overtredingen van de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie, verduistering van militaire goederen en het delen van ambtsgeheimen. Het hof heeft het verzoek van de verdediging om een aantal getuigen te horen gedeeltelijk toegewezen en gedeeltelijk afgewezen. De verdediging had verzocht om getuigen te horen, waaronder medewerkers van de AIVD en MIVD, maar het hof oordeelde dat deze verzoeken niet noodzakelijk waren voor de beoordeling van de zaak. Het hof heeft wel besloten om een PJ-dubbelrapportage op te laten stellen over de verdachte, waarbij ook aandacht zal zijn voor zijn mentale toestand en de invloed daarvan op zijn handelen ten tijde van de tenlastegelegde feiten. Het onderzoek is voor onbepaalde tijd geschorst, met de mogelijkheid om het op een later tijdstip te hervatten. De voorzitter van het hof, mr. R.H. Koning, heeft de zaak uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en de advocaat-generaal. De verdachte was niet aanwezig tijdens de uitspraak.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005957-23
Uitspraak d.d.: 24 juli 2025
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de militaire kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de militaire kamer van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 4 december 2023 met parketnummer 05-007302-22 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 05-145659-19, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende te [adres]

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 juli 2025.
Het hof heeft kennisgenomen van wat door verdachte en zijn raadslieden, mr. H. Raza en mr. M.P.K. Ruperti en van wat door de advocaat-generaal naar voren is gebracht.

Verzoeken van de verdediging

Voorafgaand aan de zitting heeft de verdediging per tijdig ingediende appelschriftuur van
28 december 2023 verzocht tot het horen van de volgende getuigen (waarbij de genoemde nummers verwijzen naar getuigen van wie de namen bij het hof, de advocaat-generaal en de verdediging bekend zijn):
Getuige 3;
Getuige 20;
Getuige 21;
Getuige 17;
Getuige 16;
[getuige 1] ;
Getuige 23;
Getuige 24;
Getuige 25;
' [letter] ' (medewerker AIVD);
Medewerkers van de MIVD ' [letter] ', ' [letter] ' en ' [letter] ';
[naam]
De raadslieden hebben ter terechtzitting van 10 juli 2025 medegedeeld dat de verzoeken onder 4 en 9 niet langer worden gehandhaafd. Zij hebben de overige onderzoekswensen nader toegelicht.

Standpunten van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft bij e-mail van 1 oktober 2024 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de raadslieden. Hij heeft zijn standpunt ter terechtzitting van 10 juli 2025 nader toegelicht.

Oordeel van het hof

Verzoek 1:
Het hof stelt vast dat getuige 3 al door de rechter-commissaris is gehoord. Het hof ziet in wat de verdediging naar voren heeft gebracht geen noodzaak tot het opnieuw horen van hem als getuige. Het hof wijst het verzoek dan ook af.
Verzoek 2 en 3:
Het hof stelt voorop dat het aan hof is om te beoordelen of verdachte al dan niet strafbaar heeft gehandeld. Het hof wijst de verzoeken tot het horen van de getuigen 20 en 21 om die reden dan ook af. Het horen van deze getuigen is niet van belang voor enige in het kader van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te beantwoorden vraag.
Verzoek 5:
Het hof stelt vast dat getuige 16 al door de rechter-commissaris is gehoord. Het hof ziet in wat de verdediging naar voren heeft gebracht geen noodzaak tot het opnieuw horen van hem als getuige. Het hof wijst het verzoek dan ook af.
Verzoek 6:
Het hof wijst het verzoek tot het horen van de getuige [getuige 1] toe.
Verzoek 7:
Het hof wijst het verzoek tot het horen van de getuige 23 toe.
Verzoek 8:
Het hof is uit de door de verdediging gegeven onderbouwing noch anderszins gebleken wat het belang is van het horen van de getuige 24 voor enige door het hof te nemen beslissing in de zin van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wijst het verzoek dan ook af.
Verzoek 10 en 11:
Het hof wijst de verzoeken tot het horen van de medewerkers van de AIVD en de medewerkers van de MIVD af. Naar het oordeel van het hof kan in het midden blijven of verdachte al dan niet met medeweten van deze medewerkers de applicatie SKY ECC heeft getest, nu dat eventuele testen los staat van de strafbare feiten die aan verdachte in onderhavige zaak zijn ten laste gelegd. Verdachte wordt dan ook niet geschaad in zijn verdedigingsbelang door het niet horen van deze getuigen.
Verzoek 12:
De verdediging heeft ter zitting desgevraagd aangegeven dat aan deze onderzoekswens ook tegemoet kan worden gekomen door het laten opmaken van een dubbelrapportage over verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven aan een dergelijk onderzoek mee te willen werken en ervoor open te staan om daartoe te praten met een (andere) psycholoog en/of psychiater. Het hof ziet, mede daarin, aanleiding om een PJ-dubbelrapportage over verdachte te laten op stellen.
De deskundigen worden verzocht om in hun onderzoek in ieder geval ook in te gaan op de ‘Traumatical Brain Injury’ van verdachte, de mogelijke invloed daarvan op verdachtes handelen ten tijde van de tenlastegelegde feiten en op zijn huidige detentiegeschiktheid.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Wijst af de verzoeken zoals hiervoor omgeschreven onder 1, 2, 3, 5, 8, 10 en 11.
Wijst toe de verzoeken zoals hiervoor omgeschreven onder 6, 7 en 12.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
  • [getuige 1] , adres en verdere personalia bekend bij de verdediging en/of het openbaar ministerie;
  • Getuige 23, militair Korps Commando Troepen, verdere personalia en adres zijn bekend bij het openbaar ministerie (via het Ministerie van Defensie).
Stelt de stukken ook in handen van de raadsheer-commissaris om over verdachte een
PJ-dubbelrapportagetot stand te laten brengen zoals bovenomschreven.
Schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadslieden van de verdachte.
Aldus gewezen door
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. A. van Maanen, lid, en mr. A.A.W.K. Appels, militair lid,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Ruiter, griffier,
en op 24 juli 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.A.W.K. Appels is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 24 juli 2025.
Tegenwoordig:
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. P.M. van der Spek, advocaat-generaal,
mr. M.J. van den Ruitenbeek, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.