ECLI:NL:GHARL:2025:4352
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging afwijzing verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, dat op 6 mei 2025 het verzoek van de appellant tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) heeft afgewezen. De appellant, die in financiële problemen verkeert, heeft hoger beroep ingesteld met het verzoek om het vonnis te vernietigen en alsnog tot de wsnp te worden toegelaten. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de schuldenlast van de appellant, die in totaal € 43.997,79 bedraagt, en de oorsprong van deze schulden. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was in het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. Het hof heeft deze beoordeling bevestigd en geconcludeerd dat er geen sprake is van een bestendige gedragsverandering bij de appellant, waardoor het beroep op de hardheidsclausule niet slaagt. Het hof heeft de afwijzing van het verzoek tot wsnp bekrachtigd, omdat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat hij de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden onder controle heeft gekregen. De appellant heeft weliswaar stappen gezet door zijn goederen onder bewind te stellen, maar dit was niet voldoende om aan te tonen dat hij zijn financiële situatie daadwerkelijk heeft verbeterd. Het hof heeft het hoger beroep dan ook verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.