Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden en de partneralimentatie tussen de vrouw en de man. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, en de man, verweerder in het principaal hoger beroep, zijn gewezen echtgenoten. De zaak betreft de vraag of de man recht heeft op partneralimentatie en in hoeverre de vrouw verplicht is om deze te betalen. Het hof heeft in zijn beschikking de inkomensvergelijking tussen partijen beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw met ingang van 15 mei 2023 een bijdrage van € 6.163 per maand aan de man moet betalen. Dit bedrag is geïndexeerd per 1 januari 2024 en 1 januari 2025. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de man te veel partneralimentatie heeft ontvangen en dat hij een bedrag van € 69.485 aan de vrouw moet terugbetalen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland gedeeltelijk vernietigd en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.