In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, voor het opslaan van meer dan 1800 kilo professioneel vuurwerk in een woonwijk. Het hof heeft de straf verhoogd naar 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte had het vuurwerk opgeslagen in een garagebox, een bedrijfsauto, zijn woning en schuur, wat een uitzonderlijk groot gevaar voor omwonenden met zich meebracht. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten een hogere straf rechtvaardigde, ondanks een overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak. De verdachte had geen vergunningen voor het opslaan van het vuurwerk en handelde zonder enige kennis van de risico's, wat leidde tot een gevaarlijke situatie voor de omgeving. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de gevolgen van de strafzaak op zijn leven. Uiteindelijk werd de straf zwaarder opgelegd dan door het openbaar ministerie was gevorderd, wat het hof gerechtvaardigd achtte gezien de ernst van de feiten.