In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf voor mishandeling, maar het hof heeft hem vrijgesproken. De verdachte handelde uit noodweer toen hij een duw gaf aan de aangeefster, die spullen naar hem gooide. Het hof oordeelde dat het handelen van de verdachte niet wederrechtelijk was, omdat hij zich verdedigde tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. De feiten vonden plaats op 15 januari 2023 tijdens een woordenwisseling tussen de verdachte en de aangeefster, waarbij de verdachte in reactie op het gooien van voorwerpen door de aangeefster handelde. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte ondersteund door getuigenverklaringen en oordeelde dat de noodweergrenzen niet waren overschreden. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle rechtsvervolging.