Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van maatregel(en)
“De klinische inschatting van onderzoekers is dat het risico op recidive afhangt van het toestandsbeeld van betrokkene. Als hij vanuit zijn PTSS in een psychotische toestand terechtkomt en akoestische hallucinaties krijgt, zal hij geen grip meer hebben op zijn handelen en kan hij gevaarlijk gedrag vertonen voor zichzelf en voor anderen. Zolang zijn trauma’s onbehandeld zijn is het risico op een recidive hoog. Risicofactoren om weer in een psychotische toestand te raken zijn stress door herbelevingen, overschatting van de eigen draagkracht, slaaptekort en ervaren afwijzing. De behandeling van betrokkene om het risico op recidive laag te houden, moet gericht zijn op het verwerken van zijn trauma’s. Medicamenteuze behandeling heeft bij hem onvoldoende gewerkt: ondanks een antidepressivum (vanwege PTSS) en topiramaat (vanwege de nachtmerries) had hij zowel overdag als snachts herbelevingen van zij trauma, en ondanks antipsychotica had hij akoestische en soms visuele hallucinaties met kwaadsprekende stemmen en opdrachtgevende stemmen. (…). Het is van belang dat betrokkene geen gevaar voor anderen of zichzelf kan vormen. (…). De verwachting is dat de herbelevingen en stress bij betrokkene gaandeweg zullen afnemen als de traumabehandeling goed aanslaat en dat er dan ruimte ontstaat voor pscyho-educatie en terugvalpreventiestrategieën. Vervolgens kan in de behandeling aandacht worden besteed aan de verstoorde hechting en aan eventuele kenmerken in de persoonlijkheid, mochten die aanwezig zijn. Dat zou dan kunnen inhouden dat hij vaardigheden leert voor emotieregulatie en constructieve coping. Onderzoekers kunnen niet inschatten hoeveel tijd ermee gemoeid zal zijn om de behandeling met goed gevolg te kunnen afsluiten, maar voor daarna is onderzoek aan te raden naar een vervolgplek waarbij dan aan beschermd wonen gedacht kan worden,, voor kortere of langere tijd. Betrokkene heeft dan een steunende omgeving nodig als hij weer meer prikkels en mogelijk stress gaat ervaren. Uiteindelijk kan een terugkeer naar zelfstandig wonen met begeleiding vanuit [zorgaanbieder] mogelijk zijn, maar dat is sterk afhankelijk van de voortgang en ontwikkeling van betrokkene. (…). Het recidiverisico zal bij betrokkene lager gaan uitvallen als de onderliggende trauma’s zijn behandeld. Belangrijk is om betrokkene eerst op te nemen op een gesloten afdeling van een kliniek, om hem een veilige plek te bieden (…). Verwacht wordt dat na een geslaagde traumabehandeling de kans dat betrokkene in een psychotisch toestandsbeeld komt afgenomen is en daarmee de kans op gevaarlijk gedrag voor zichzelf en anderen. Een logisch vervolg is plaatsing bij [zorgaanbieder] om begeleiding te garanderen met ondersteuning vanuit het FACT-team van [zorgverlener] .”