ECLI:NL:GHARL:2025:3484

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
21-003814-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen diefstal van een speedboot met braak en verbreking

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 2001, werd beschuldigd van het medeplegen van diefstal van een speedboot, merk Four Winns 210 Horizon, op 26 september 2023. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling tot drie maanden gevangenisstraf. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de stukken van het dossier. De verdachte werd op heterdaad betrapt bij de speedboot, die eerder was gestolen uit een haven. De politie vond de verdachte met de boot en een in beslag genomen GSM, waarvan de locatiegegevens wezenlijk bewijs vormden voor zijn betrokkenheid bij de diefstal. Het hof oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van medeplegen. De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden, maar het hof verwierp deze stelling. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en moest een schadevergoeding van € 1.186,39 betalen aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de diefstal.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003814-24
Uitspraak d.d.: 6 juni 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 2 september 2024 met parketnummer 18-096200-24 in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
wonende te [adres 1]

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 mei 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot:
  • veroordeling van de verdachte ter zake het aan hem onder primair tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] voor het bedrag van
  • teruggave aan de verdachte van de inbeslaggenomen GSM en simkaart;
  • teruggave aan [benadeelde] van het inbeslaggenomen contactslot.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. R.H. Lagerweij, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Bij het hierboven genoemde vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, heeft de politierechter de verdachte ter zake het aan hem onder primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden. Daarnaast heeft de politierechter de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] deels toegewezen tot het bedrag van
€ 4.769,47, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De politierechter heeft de teruggave aan de verdachte gelast van de inbeslaggenomen GSM en de simkaart. Tot slot heeft de politierechter de teruggave aan [benadeelde] gelast van het inbeslaggenomen contactslot.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 26 september 2023 te [plaats 1] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een speedboot (merk/type: Four Winns 210 Horizon), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen speedboot onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 september 2023 te [plaats 1] , [gemeente] , een speedboot (merk/type: Four Winns 210 Horizon), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverweging

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daartoe heeft zij onder meer aangevoerd dat de verdachte op de speedboot is aangetroffen en dat het bijbehorende slot tijdens de fouillering bij de verdachte is aangetroffen. Daarnaast passen de locatiegegevens van de telefoon van de verdachte bij de vaarbewegingen die de speedboot heeft gemaakt. De gedragingen van de verdachte komen overeen met het wegnemen van de speedboot. De verdachte moet worden aangemerkt als medepleger. Hij onderhield gedurende de diefstal telefonisch contact met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en zij waren in de buurt van de boot toen de verdachte werd aangehouden.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De situatie waarop de speedboot werd aangetroffen komt juist overeen met de verklaring van de verdachte. Hij zegt dat hij op die boot is geweest, omdat hem was gevraagd om de boot van ‘A’ naar ‘B’ te brengen. Hij heeft uiteindelijk maar twintig meter op de boot gevaren. De verdachte had een sleutel in zijn handen en die bleek te werken. Toen hij ging varen viel het cilinderslot eruit en heeft hij het slot in zijn zak gedaan. Verdachte heeft de avond voordat hij werd aangetroffen wellicht over het [meer] gevaren, een reisbeweging die uit de telefoongegevens blijkt, maar dat was op een andere boot. Uit het dossier blijkt voorts niet dat sprake is geweest van een samenwerking met een wezenlijke bijdrage van verdachte, zodat geen spake van medeplegen is.
Het oordeel van het hof
Op grond van het strafdossier [1] en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep stelt het hof de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Aangever [benadeelde] heeft op 27 september 2023 aangifte gedaan van diefstal van zijn speedboot van het merk Four Winns, type 210 Horizon. De boot bevond zich in de [haven] , te [plaats 2] , in de [gemeente] . Op 27 september 2023 werd hij gebeld door zijn vriend [naam] , die aangaf dat zijn boot weg was uit de haven. [naam] stuurde hem een foto van een doorgeslepen slot. Later werd hij gebeld door [naam] die hem vertelde dat een andere ligplaatshouder aan hem had verteld dat de bewuste boot om 13.30 uur (het hof begrijpt: op 26 september 2023) nog op locatie vastlag in de box en dat zijn boot om 16.30 uur (het hof begrijpt: op 26 september 2023) vastlag aan een ponton voor de haven. Zijn boot was in de tussentijd kennelijk verplaatst. [naam] heeft vervolgens met de eigenaar van de haven gebeld. De eigenaar heeft op de beveiligingsbeelden gezien dat er op 26 september 2023 rond 16.00 uur mensen met de boot bezig waren en de boot hebben meegenomen. Op de foto’s die de politie heeft gemaakt, is te zien dat er schade is ontstaan aan de boot. Het slot waarmee de boot vastlag, is kapot en de zijkant van de boot is beschadigd. [2]
Op 27 september 2023 om 15.00 uur hoorden [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dat voornoemde boot was aangetroffen in [plaats 1] door collega’s van de provinciale waterstaat, die zich in een boot op het water bevonden. [verbalisant 2] en [verbalisant 1] bevonden zich op dat moment ook in [plaats 1] en zij hebben direct zicht genomen op de boot. [verbalisant 2] bevond zich tegenover de boot met direct en goed zicht op de boot. Hij zag om 17.18 uur een persoon, naar later bleek de verdachte, lopend bij de boot aankomen. Hij zag dat de verdachte een grote blauwe jerrycan bij zich droeg, waarin zich hoogstwaarschijnlijk brandstof bevond, dat de verdachte aan boord stapte en het dekkleed dat over de boot gespannen was, losmaakte. De verdachte maakte de meerlijnen los en voer met de boot weg in de richting van de brug bij [plaats 1] . [3]
Verbalisant [verbalisant 1] is vervolgens naar de brug gereden in een dienstvoertuig. [verbalisant 1] stapte uit en keek over het aanwezige terras van [eetcafé] , naar de naderende boot. Hij zag op het terras een persoon die hem recht aankeek, naar later bleek [medeverdachte 2] . Hij zag dat [medeverdachte 2] meerdere malen in zijn richting en in de richting van de naderende boot keek. Toen [verbalisant 1] weer naar [medeverdachte 2] keek, rende laatstgenoemde hard naar [eetcafé] . [verbalisant 1] kreeg het gevoel dat deze persoon zijn portofoon zag en door had dat hij een politieagent was en dat hij op de uitkijk stond voor de verdachte. Na een achtervolging heeft [verbalisant 1] [medeverdachte 2] staande gehouden. Toen [medeverdachte 2] bij de te hulp geschoten burgers bleef staan, is [verbalisant 1] naar de brug gelopen om te kijken waar de boot was gebleven. Hij zag dat de boot zich niet meer in het midden van de vaargeul bevond, maar afgemeerd lag aan de oever van de [plaats 1] -zijde. Toen [verbalisant 1] in zijn dienstvoertuig in de richting van de oever reed, zag hij dat de verdachte op hem af kwam rennen. Hierop stapte [verbalisant 1] het dienstvoertuig uit en rende achter de verdachte aan. Verdachte werd hierop aangehouden. [verbalisant 1] rook een sterke benzinelucht bij de verdachte. [4]
Toen [verbalisant 1] terugreed naar de brug waar [medeverdachte 2] inmiddels was aangehouden, werd hij door [getuige] die bij de twee aangehouden verdachten een derde persoon had gezien, eveneens in de buurt van de boot. Hij hoorde [getuige] zeggen dat hij de boot herkende van Facebook, waar deze als gestolen stond vermeld. [getuige] verklaarde dat hij de verdachte had aangesproken toen hij voorbij voer en dat hij had gezien dat de verdachte de boot vervolgens aanmeerde. Hij verklaarde dat hij camerabeelden had waarop de verdachte en [medeverdachte 2] te zien waren met een derde persoon, naar later bleek [medeverdachte 1] . Een medewerker van [eetcafé] vertelde [verbalisant 1] dat hij had gezien dat [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 1] bij het eetcafé aankwamen. [verbalisant 1] zag daarna [medeverdachte 1] aan een tafel in het eetcafé zitten, waarna hij werd aangehouden. Later is [verbalisant 1] naar de betreffende boot gelopen. Hij zag dat het de gestolen Four Winns speedboot betrof. Hij zag een blauwe jerrycan in de boot en rook een sterke benzinelucht. Daarnaast zag [verbalisant 1] een groot blauw slot op de achterzijde van de boot met sporen van slijpsel/zaagresten. Het was duidelijk dat de ketting was geforceerd. Hij trof in de boot een geforceerd contactslot aan, waarbij het slot zelf niet meer aanwezig was. In de nabije omgeving van het aantreffen van de boot en aanhoudingen van de verdachten werd een witte Volkswagen Golf, met het [kenteken] aangetroffen. Deze auto bleek op naam te staan van [medeverdachte 2] . [5]
Tijdens de fouillering van de verdachte werd een zwarte cilinder inbeslaggenomen waar de politie onderzoek naar heeft verricht. Aangever heeft bij zijn aangifte de sleutel afgegeven, die op het contactslot paste van zijn boot. [verbalisant 3] zag dat deze sleutel paste in de zwarte cilinder die bij verdachte was aangetroffen. Bij het insteken van de sleutel in de cilinder, zag hij dat de zilveren pinnen van de cilinder in een rechte lijn kwamen te staan, dat de cilinder vrij kwam en draaibaar was. [6]
Telefoongegevens
De speedboot Four Winns Horizon werd op woensdag 26 september 2023 tussen 15.31 uur en 16.31 uur weggenomen uit een box van de [haven] '. De boot werd, naar later uit de beelden van de beveiligingscamera bleek, net buiten de haven tijdelijk weggelegd. De gecorrigeerde werkelijke tijd betreft: 15.46 uur tot 16.25 uur.
Aan [verbalisant 1] en [verbalisant 4] zijn de data van de telefoon die onder de verdachte in beslag is genomen, ter beschikking gesteld ten behoeve van onderzoek. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat met betrekking tot de locaties van de telefoon het volgende is gebleken.
Woensdag 26 september 2023
De inbeslaggenomen telefoon bevond zich op woensdag 26 september 2023 tussen 15.46 uur en 16.25 uur op de locatie waar de genoemde Four Winns speedboot werd weggenomen. Uit de locatiegegevens van de telefoon blijkt verder dat de telefoon op woensdag 26 september 2023 omstreeks 15.45 uur via de [straatnaam 1] bij de locatie van de diefstal aankwam en omstreeks 16.30 uur via deze zelfde weg de plaats delict verliet. De route die de telefoon aflegde, zowel naar de plaats delict als vanaf de plaats delict, start en eindigt op [camping 1] gelegen aan [adres 2] te [plaats 3] . Dit betreft de camping waar op dat moment de verdachte verbleef.
Uit het dossier blijkt dat op 26 september 2023 om 20.42 uur twee personen vanaf het dijkje gelegen bij de jachthaven in de richting van de weggenomen boot lopen. Uit onderzoek naar de locatiegegevens van de telefoon van de verdachte, blijkt dat deze telefoon vanaf 26 september 2023 om 19.40 uur vanaf de [camping 1] te [plaats 3] via [plaats 4] , [plaats 5] en [plaats 6] in de richting van [haven] , bewoog. Op 26 september 2023 van 20.20 uur tot 20.52 uur, bevond de telefoon zich wederom in de [haven] . Vanaf 23 september 2023 (het hof begrijpt: 26 september 2023) 20.52 uur bewoog de telefoon zich in een vrijwel rechte lijn, over het water, over het [meer] in de richting van [plaats 6] / [plaats 1] , waar de telefoon op 23 september 2023 (het hof begrijpt: 26 september 2023) om 21.24 uur aankwam op de locatie waar de gestolen speedboot de volgende dag werd aangetroffen.
Door [verbalisant 1] en [verbalisant 4] werd op de telefoon van de verdachte een foto aangetroffen die door de camera van deze telefoon was gemaakt. Op deze
foto staat de gestolen Four Winns speedboot op de plaats waar deze op woensdag 23
september 2023 (het hof begrijpt: 26 september 2023) omstreeks 21.24 uur werd achtergelaten.
Vanaf woensdag 23 september 2023 (het hof begrijpt: 26 september 2023) om 21.27 uur bewoog de telefoon zich vanaf de locatie waar de boot werd achtergelaten, terug naar [camping 1] .
Op donderdag 27 september 2023, de dag dat de verdachte werd aangetroffen in de Four Winns Horizon speedboot, bewoog de telefoon zich vanaf 16.10 uur vanaf [camping 1] via [plaats 4] en [plaats 5] in de richting van de weggenomen speedboot te [plaats 1] . De telefoon kwam op donderdag 27 september 2023 om 16.49 uur aan op de parkeerplaats waar de Witte Volkswagen Golf voorzien van [kenteken] , op naam van [medeverdachte 2] , geparkeerd stond. De verdachte kwam hier samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aan.
De telefoon kwam op donderdag 27 september 2023 om 16.57 uur aan op de locatie waar
de weggenomen speedboot lag afgemeerd en waar deze kennelijk de avond ervoor, op woensdag 26 september 2023 om 21.27 uur, werd achtergelaten. Op datzelfde moment zag [verbalisant 2] , de [verdachte] bij de speedboot aankomen, instappen en niet veel later wegvaren in de richting van de brug.
De telefoon van de verdachte bewoog zich op donderdag 27 september 2023 vanaf
16.57
uur over het water in de richting van de brug van [plaats 1] , waar deze
omstreeks 17.05 uur aankwam op de locatie ter hoogte van de [straatnaam 2] . Hier zag
[verbalisant 2] dat de verdachte de boot aanlegde en vervolgens wegliep in de richting van de [straatnaam 3] , waar hij, in het bezit van de telefoon waar de hiervoor genoemde data uit werden gehaald, werd aangehouden.
Door de verbalisanten werden de contactgegevens onderzocht. Hieruit kwam naar
voren dat net voor en ten tijde van de aanhouding van [medeverdachte 2] , er veelvuldig contact is geweest dan wel is geprobeerd te zoeken tussen verdachte en [medeverdachte 2] en tussen verdachte en [medeverdachte 1] in de periode tussen 16.55.00 uur en 17.06.59 uur. Verdachte heeft acht keer telefonisch contact gehad danwel geprobeerd te krijgen met [medeverdachte 2] en zes keer telefonisch contact gehad danwel geprobeerd te krijgen met [medeverdachte 1] . [7]
Camerabeelden
Voorts zijn er camerabeelden door de politie bekeken.
Uit de beelden van de haven nabij [camping 2] blijkt dat op 26 september 2023 om 15.57 uur aan de achterzijde van de boot (het hof begrijpt: de Four Winns Horizon) onder het dekkleed beweging is. Het kleed gaat op en neer. Kennelijk bevindt zich er iemand onder het kleed. Om 16.20 uur is het dekkleed van de boot verwijderd. Twee personen zijn zichtbaar bij de achterzijde van de boot. Een van de personen maakt de touwen van de boot los. Om 16.25 uur wordt de boot weggenomen en buiten de haven neergelegd. Twee niet herkenbare personen lopen vanaf de boot terug naar de doorgaande weg. Om 20.41 uur lopen twee personen de haven op, in de richting van de weggenomen boot. [8]
Uit de beelden van de [jachthaven] blijkt dat er op 27 september 2023 om 16:54:32 uur een witte auto in de richting van de jachtwerf rijdt. Het betreft een witte Volkswagen Golf 7. De auto gaat rechts om het gebouw, vermindert snelheid en verdwijnt daarna uit beeld. Om 16:54:58 uur komt er een persoon om de hoek van het gebouw aanlopen. Hij loopt in de richting van de vlaggen die op de kade staan. Om 16:55:15 uur loopt de persoon verder de kade op en komt dan beter in beeld. [verbalisant 5] herkent deze persoon als [medeverdachte 2] .
Om 16:55:16 uur komt er een persoon aanlopen via de hoek van het gebouw. Hij loopt in de richting van de vlaggen die op de kade staan. Om 16:55:38 uur loopt deze persoon verder de kade op en komt dan beter in beeld. [verbalisant 5] herkent deze persoon als verdachte.
Om 16:55:50 uur lopen verdachte en [medeverdachte 2] gelijktijdig terug over de kade in de richting van [straatnaam 4] . [medeverdachte 2] draait zich tijdens het lopen om en heeft een gesprek met verdachte, die achter hem aanloopt. Beide mannen lopen rechts de hoek om in de richting waarvan ze beide vandaan kwamen.
Om 16:56:35 uur komt er een witte Volkswagen Golf type 7 rechts vanuit het
beeld aan rijden. Deze auto rijdt [straatnaam 4] op en verdwijnt uit beeld.
Op 16:58:11 uur komt er een witte Volkswagen Golf 7 links in het beeld aanrijden. Dit is aan de overkant van het vaarwater. De witte Volkswagen Golf 7 rijdt over de [straatnaam 5] . Het voertuig rijdt vervolgens links het beeld uit.
Op 16:59:20 uur komt vanaf links een persoon in beeld aanlopen. Deze persoon houdt iets in zijn rechterhand vast. Het is iets zwaars, gezien de manier van lopen en de houding van het lichaam. Deze persoon draagt een zwart T-shirt en een korte broek. Deze persoon loopt richting de waterkant en verdwijnt vervolgens rechts uit het beeld. Tegelijkertijd verschijnt de witte Volkswagen Golf 7 achteruitrijdend rechts in beeld. De witte Volkswagen Golf probeert om te keren.
Om 17:00:17 uur verdwijnt de witte Golf 7 rechts uit beeld.
Om 17:01:41 uur komt een witte Volkswagen Golf 7 achter een woning vandaan rijden. De Witte Golf wordt vervolgens geparkeerd met de achterkant richting het vaarwater.
Om 17:01:51 uur is de bestuurder in beeld. Hij draagt iets zwarts over zijn schouder. De bijrijder stapt ook uit de auto. [verbalisant 5] herkende deze persoon als [medeverdachte 1] . Beide personen lopen vervolgens naar de waterkant. De bestuurder van de auto is de al eerdergenoemde [medeverdachte 2] . [9]
Om 17:10:46 komt er een snelle motorboot, zwart wit van kleur, vanuit rechts
het beeld in varen. [verbalisant 5] herkent deze boot als de Four Winns. Aan boord zit een persoon die de boot bestuurt. Deze persoon draagt een zwart T-shirt met een witte bies bij de mouwen, en een korte spijkerbroek. [verbalisant 5] herkent deze persoon als dezelfde persoon die om 16:55:38 werd gezien op kade bij de jachtwerf, als de verdachte.
Om 17:11:15 uur wordt de boot naar de waterkant gevaren. De verdachte houdt iets in zijn linkerhand vast en tegen zijn linker oor. Hij maakt vervolgens de boot vast met zijn rechterhand. Hij loopt vervolgens weg in de richting van het [straatnaam 5] . Op een gegeven moment gaat hij sneller lopen en verdwijnt uit beeld. [10]
Het hof zal hierna ingaan op de verweren die door de verdediging zijn gevoerd.
Het alternatieve scenario
Het hof stelt vast dat verdachte ter zitting bij de politierechter heeft verklaard dat hij op 26 september 2023 de boot (het hof begrijpt: de bewuste speedboot) van A naar B heeft gevaren. Hij wilde niet zeggen of hij het [meer] was overgestoken. De verdachte verklaarde toen verder dat hij niet wist wat voor cilinder van een contactslot bij hem was aangetroffen en hoe hij daar aan was gekomen. In hoger beroep heeft de verdachte inhoudelijk een andersluidende verklaring afgelegd. De verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij maximaal twintig meter met de boot had gevaren en dat toen de politie kwam. Daarmee kennelijk doelend op de vaarbewegingen op 27 september 2023. Verder verklaarde hij dat het best zou kunnen dat hij op 26 september 2023 over het [meer] is gevaren, maar dat dat dan niet met de bewuste speedboot was. Ook heeft hij verklaard dat hij een sleutel in zijn handen had die bleek te werken. Toen hij ging varen viel de cilinder van het contactslot eruit en heeft hij het slot in zijn zak gedaan. De verdachte heeft aldus gedurende het verloop van het strafproces wisselend verklaard. Dergelijke verschillen in de verklaringen komt de betrouwbaarheid op zich niet ten goede.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat de wijze waarop de boot is aangetroffen en de vaarbewegingen die zijn gemaakt, passen bij de camerabeelden waarop onder meer de verdachte is te zien en bij de locatiegegevens van de telefoon die bij verdachte is aangetroffen. Het hof leidt uit die gegevens af dat verdachte degene is geweest die op 26 september 2023 betrokken is geweest bij het verplaatsen van de boot van de haven naar het ponton voor de haven en later vanaf die plek over het [meer] naar [plaats 1] . Het hof acht de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij wellicht in een andere boot over het [meer] is gevaren en dat hij een sleutel bleek te hebben die in het contactslot paste en dat de cilinder van het contactslot er, naar het hof begrijpt zomaar en zonder sleutel, uit viel, niet geloofwaardig.
Medeplegen
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdediging bepleit dat geen sprake is van medeplegen.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof de bovengenoemde feiten met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde vastgesteld. Voorts blijkt uit het de camerabeelden dat op 26 september 2023 twee personen betrokken zijn geweest bij het verplaatsen van de boot naar het ponton voor de haven, één en ander kennelijk om het latere vervoer naar [plaats 1] te vergemakkelijken. Toen later die dag de boot van de ponton naar [plaats 1] werd gevaren was er een tweede persoon bij verdachte in [haven] .. Uit het dossier blijkt verder dat ook op 27 september 2023 steeds een andere persoon danwel andere personen in de directe nabijheid van de boot en verdachte is of zijn geweest en die aanwezigheid alleen in verband daarmee was. Dit laatste blijkt uit de momenten van verschijnen en vertrek tegelijkertijd met verdachte en het contact dat daarbij met verdachte plaatsvindt. De betrokkenheid van (een) ander(en) blijkt ook uit de reactie (ook telefonisch met verdachte) als vermoed wordt dat politie de gestolen boot bij de brug bij [eetcafé] zal gaan afvangen.
Op grond van hetgeen het hof omtrent de feiten en omstandigheden heeft overwogen, oordeelt het hof dat in ieder geval sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, te weten het verplaatsen van de boot uit de haven naar een ponton voor de haven. Daarbij komt dat verdachte zelf heeft verklaard dat hij de boot op 27 september op verzoek van een ander heeft verplaatst. Hierin ziet het hof steun voor betrokkenheid van (tenminste) een ander bij het wegnemen van de boot.
Het hof acht het primair tenlastegelegde medeplegen van diefstal met braak wettig en overtuigend bewezen. Het hof verwerpt op grond van het bovenstaande de door de verdachte gevoerde bewijsverweren.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair:
hij op 26 september 2023 te [plaats 1] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, een speedboot (merk/type: Four Winns 210 Horizon), die geheel aan [benadeelde] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl de verdachte en zijn mededader die weg te nemen speedboot onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Met betrekking tot de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit heeft het hof in het bijzonder acht geslagen op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke te plegen feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal van een speedboot van aanzienlijke waarde, waarbij het slot van de boot is doorgeslepen en het cilinder van het contactslot kapot is gemaakt om te kunnen wegvaren. Met dit handelen heeft de verdachte aangever schade en overlast berokkend. Hij heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen persoonlijk financieel gewin en heeft in het geheel geen respect getoond voor de eigendomsrechten van een ander.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof in het bijzonder acht geslagen op:
  • de inhoud van hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 april 2025, waaruit volgt dat de verdachte eerder ter zake van een vermogensdelict onherroepelijk is veroordeeld. Deze veroordeling heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen. Ook is verdachte voor andersoortige feiten onherroepelijk veroordeeld. Het hof weegt een en ander in strafverzwarende zin mee bij de strafoplegging. Voorts heeft het hof rekening gehouden met de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
  • de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken. De verdachte werkt fulltime als dakdekker en is ZZP’er.
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit en de hardnekkige recidive van verdachte is alleen een gevangenisstraf van enige duur passend en geboden. Alles afwegende en in onderlinge samenhang bezien zal het hof daarom overgaan tot oplegging van een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Nu verdachte korte tijd na een eerdere onherroepelijke veroordeling recidiveerde, acht het hof het van belang dat een gedeelte van de straf voorwaardelijk wordt opgelegd. Dit als stok achter de deur om hem, na afloop van zijn detentie, ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.019,47, bestaande uit materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep deels toegewezen tot een bedrag van
€ 4.769,47. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het primair bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
Het hof is van oordeel dat de navolgende schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen:
- Vliegroest € 250
- Contactslot € 86,50
- Dekkleedspanners € 200
- Schoonmaakkosten € 250
- Slot stazo € 133,74
Kraankosten/afspuiten; schoonspuiten € 60,25
Subtotaal (exclusief BTW) € 980,49
Totaal (inclusief BTW)
€ 1.186,39
De verdachte is tot vergoeding van € 1.186,39 gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2023.
Met betrekking tot het meer gevorderde aan materiële schade à € 3.583,08 is het hof van oordeel dat onvoldoende is gesteld en gebleken van een causaal-verband tussen de gevorderde materiële schadeposten en het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij kan daarom ten aanzien van dit deel in de vordering niet worden ontvangen en de vordering kan in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
1 (één) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.186,39 (duizend honderdzesentachtig euro en negenendertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.186,39 (duizend honderdzesentachtig euro en negenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 21 (eenentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 26 september 2023.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. K. Gilhuis en mr. A.H. toe Laer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.A.G. van Essen, griffier,
en op 6 juni 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoelt het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar doorgenummerde paginanummers betreffen dit de paginanummers van het proces-verbaal van politie Eenheid Noord-Nederland, met dossiernummer PL0100-2023258726 en doorgenummerd van pagina 1 tot en met 195;
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 39 en 40.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14 en 15.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 15 en 16.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 109 t/m 111.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 48 t/m 49.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69 en 70.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 70 en 71.