Uitspraak
[verzoeker],
1.Het verloop van de procedure
- mr. Heukers namens verzoeker,
- de raadsheer-commissaris,
- als toehoorders: [naam3] , mr. Leedekerken en mr. Ekering namens de wederpartij van verzoeker.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.A. Heukers, een wrakingsverzoek ingediend tegen raadsheer-commissaris mr. J. Smit van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het wrakingsverzoek volgde op een mondelinge behandeling op 5 december 2024, waarbij verzoeker niet werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. Raaijmakers, die door een paniekaanval niet op de zitting kon verschijnen. Verzoeker stelde dat de raadsheer-commissaris de zitting niet had aangehouden, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht. Het hof heeft het wrakingsverzoek op 21 januari 2025 afgewezen, omdat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de raadsheer-commissaris. De wrakingskamer oordeelde dat procedurele beslissingen, zoals het niet aanhouden van een zitting, geen grond voor wraking kunnen vormen. Verzoeker had ook niet expliciet om aanhouding gevraagd, en de raadsheer-commissaris had geen reden om aan te nemen dat er een aanhoudingsverzoek was gedaan. De wrakingskamer concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden geen objectieve schijn van vooringenomenheid wekten, en wees het verzoek tot wraking af.