Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 3315 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
een of meer onbekend gebleven personen op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 3315 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020, te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [energiebedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen hoeveelheid elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
een of meer onbekend gebleven personen, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020, te [plaats] , een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [energiebedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven persoon/personen en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven persoon/personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen hoeveelheid elektriciteit onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] , meermalen, althans eenmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon/personen de woning/loods gelegen aan de [adres 2] voor die diefstal ter beschikking te stellen.
Vrijspraak feit 1 primair en feit 2 primair
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder dat – zoals ook uit de hiernavolgende bewijsmiddelen volgt – verdachte , als huurder van het perceel, een deel van zijn loods ter beschikking heeft gesteld voor hennepteelt en dat ten behoeve van die hennepteelt de stroom illegaal is afgenomen, terwijl verdachte daar opzettelijk gelegenheid toe heeft verschaft. Uit het dossier zijn echter geen aanwijzingen naar voren gekomen dat verdachte op enig andere wijze nauw en bewust heeft samengewerkt, dan wel betrokken is geweest bij het inrichten van de hennepkwekerij of het onderhoud en de verzorging daarvan, en bij de diefstal van elektriciteit. Evenals de politierechter en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de door verdachte geleverde bijdrage onvoldoende is om te concluderen dat verdachte medepleger is van het telen van hennep en van diefstal van elektriciteit. Het hof zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
onbekend gebleven personen op tijdstippen omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] met elkaar opzettelijk hebben geteeld (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van ongeveer 3315 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op meer tijdstippen omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door aan die onbekend gebleven personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
onbekend gebleven personen op meer tijdstippen omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] een hoeveelheid elektriciteit, die aan [energiebedrijf] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen hoeveelheid elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking, tot het plegen van welk misdrijf verdachte omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 28 april 2020 te [plaats] ,opzettelijk gelegenheid heeft geboden, door aan die onbekend gebleven personen de loods gelegen aan de [adres 2] voor die diefstal ter beschikking te stellen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [energiebedrijf]
- € 395,08 administratiekosten;
- € 675,74 netwerkkosten elektriciteit;
- € 22.973,39 verbruik elektriciteit;
- € 300,00 uurtarief inspecteur;
- € 359,63 kosten netmetingen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
1 (één) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [energiebedrijf]
€ 4.780,92 (vierduizend zevenhonderdtachtig euro en tweeënnegentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.