Uit het dossier blijkt dat er in de nacht van 30 augustus 2020, in de kelder van café [naam] te [pleegplaats] , ook wel de “shotgrot” genoemd, een besloten feest aan de gang was. Deze kelder betrof een vrij kleine donkere ruimte, zonder ramen, waar zich relatief veel jongeren bevonden en waar de verlichting op dat moment bestond uit discotheekverlichting. Zowel aangever en zijn vrienden als verdachte en zijn vrienden hebben zich bij het in de kelder aanwezige gezelschap gevoegd. Vervolgens is er, op enig moment gedurende de nacht, een discussie ontstaan tussen aanvankelijk enkel verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) aan de ene kant en aangever en getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) aan de andere kant. Verdachte heeft aangever en [getuige 1] namelijk, in bijzijn van [medeverdachte] , aangesproken omdat hij veronderstelde dat zij degene waren geweest die hem ongewenst bij zijn billen, over zijn broek heen, hadden aangeraakt en dat zij daarom aan het lachen waren. Tijdens de discussie liepen de emoties aan beide kanten hoog op en kwamen meerdere personen, waaronder eerst vrienden van verdachte, zich bij de discussiërende jongeren voegen. Vervolgens liep het gesprek dusdanig uit de hand dat diverse personen die behoorden tot de twee groepen die tegenover elkaar stonden, namelijk de groep van verdachte en zijn vrienden en de groep van aangever en [getuige 1] , elkaar begonnen te duwen en aan elkaar begonnen te trekken. Dit had het effect dat het overgrote deel van de overige aanwezigen zich ook in het aldus ontstane gevecht ging mengen (door zich te voegen aan de zijde van verdachte of aan de zijde van aangever, dan wel door te trachten de twee vechtende groepen uit elkaar te halen) of zich dicht op de vechtende groep jongeren ging begeven, waardoor er een vechtende kluwen mensen ontstond, waarbij er van de twee groepen over en weer sprake is geweest van (fysiek) geweld naar elkaar toe. Op een gegeven moment wordt het feestje stilgelegd, wordt de muziek uitgedaan, houdt het vechten op en gaan de lichten aan. Aangever heeft op dat moment een hevig bloedende verwonding aan zijn hoofd doordat hij tijdens het gevecht met glas in zijn gezicht, ter hoogte van zijn voorhoofd, is geslagen. Vrijwel direct daarna verlaat aangever, samen met zijn vrienden, de kelder via de trap naar boven, richting de begane grond van het café. Wanneer aangever en zijn vrienden uit zicht zijn, verlaten verdachte en zijn vrienden ook de kelder en eenmaal boven gaan zij, op aanraden van getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ), de eigenaar van het café [naam] , via de achteringang naar buiten, waarbij zij aangever of zijn vrienden niet meer hebben getroffen.
Ruim een week later, nadat hij zelf onderzoek heeft gedaan naar de mogelijke veroorzaker(s) van zijn letsel, doet aangever op 9 september 2020 aangifte van de (poging tot) (zware) mishandeling. Uit zijn aangifte blijkt dat hij verdachte aanwijst als (één van) de perso(o)n(en) die hem met glas in het gezicht zou(den) hebben geslagen.