ECLI:NL:GHARL:2025:3124
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen. De vader had hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de kinderrechter van 12 en 21 februari 2025, die een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen bij de moeder hadden verleend. Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk was in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, en dat deze maatregel leek te zijn ingezet om de vader te dwingen tot medewerking aan de ondertoezichtstelling. Het hof vernietigde de eerdere beschikkingen en wees de verzoeken van de gecertificeerde instelling tot uithuisplaatsing af. De vader had aangevoerd dat er geen onveilige situatie was bij hem en dat de GI onvoldoende rekening had gehouden met zijn autistische aandoening. Het hof concludeerde dat de GI niet had aangetoond dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was en dat de vader niet voldoende had meegewerkt aan de ondertoezichtstelling. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten betaalt.