In het PBC-rapport is onder meer het navolgende vermeld:
“Er is een goed beeld verkregen van betrokkene wat betreft de persoonlijkheidsdiagnostiek. Ten aanzien van de seksualiteit is het beeld niet volledig, vooral door betrokkenes ontkenning van het cold case delict (…) Huidige onderzoekers concluderen overeenkomstig ten aanzien van de persoonlijkheidspathologie als in 2023 en komen in classificerend opzicht tot een ‘andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis’. De vertoonde kenmerken van persoonlijkheidspathologie voldoen niet (meer) aan de criteria van een van de stoornissen in de categorie persoonlijkheidsstoornissen. (…) De voorgaande persoonlijkheidsdiagnostiek en de langdurige remissie van alcohol en cocaïne in de gereguleerde behandelomgeving zijn conform de bevindingen van de kliniek. (…)
Tegelijkertijd zorgt met name het uitvoerige Bosuildossier, opgemaakt in de cold case zaak, voor onzekerheden ten aanzien van de eerdere en redelijk consistent over de tijd geschetste diagnostiek. (…) Bij onderzoekers ontstaan twijfels in hoeverre betrokkene in staat is geweest om een steviger beeld van zichzelf neer te zetten gedurende tbs-behandeling en tijdens de huidige PBC-observatie dan in werkelijkheid het geval is. Onderzoekers kunnen niet uitsluiten dat er mogelijk ook tot op heden een belangrijk gedeelte van de persoonlijkheid en/of seksualiteit (een meer berekenende, (seksueel) sadistische kant) onderbelicht is gebleven en daarmee onvoldoende behandeld. (…) Naast een (seksueel) sadistische component vanuit de persoonlijkheid is ook seksueel sadisme als een parafiele stoornis in termen van de DSM-5-TR niet volledig uitgesloten. (…)
Op basis van de STATIC-99R en de STABLE-2007, risicotaxatieinstrumenten voor inschatting van toekomstig seksueel geweld, scoort betrokkene een hoog risico (…), evenals in de meest recente risicoprognose van de kliniek. Op de HCR-20v3, een risicotaxatieinstrument voor gewelddadig gedrag in het algemeen, vertonen de historische items een hoog risico, en komt een laag risico naar voren op de klinische items (…) Bij het gecombineerde klinische oordeel voor recidivekans weegt echter de bovenstaande redenering omtrent de onduidelijke en mogelijk prognostisch ongunstiger dadertypologie mee, mede in het licht van betrokkens blijvende ontkenning van het daderschap van het cold case delict. Ons inziens verdient de delictanalyse revisie waarbij alle dossierinformatie, met name die in het cold case dossier (Bosuil) aanwezig, nog een keer gewogen wordt omdat er nu een open eind bestaat bij de exacte risicoprognose. Weegt men het cold case dossier niet mee, dan ontstaat naar de mening van onderzoekers een, onterechte, positievere inschatting van het toekomstige risico op herhaling die zou kunnen leiden tot een risicovolle resocialisatie. (…)
In de meest recente aanvraag begeleid verlof oordeelde het Adviescollege verloftoetsing tbs, die beoordeeld in welke mate verlofgang veilig is, in feite dat er op dit moment geen geïndividualiseerde risicotaxatie kan worden opgesteld zodat het begeleid verlof niet verder dan dubbel begeleid kan worden uitgevoerd. Het traject zal dan ook dreigen te stagneren als er geen andere interventies worden opgezet. (…)
Onderzoekers adviseren om, ondanks het adequate risicomanagement binnen de huidige kliniek, in een andere kliniek de dadertypologie grondig opnieuw te onderzoeken in een brede en volledige dossierstudie, waarbij in het bijzonder het coldcase dossier wordt meegewogen. Op basis daarvan kan men onderzoeken of hieruit nog aanknopingspunten voor een behandeling voortkomen. Hierbij dient dus niet alleen het cold case delict an sich te worden meegenomen, maar ook de andere in het Bosuildossier naar voren komende informatie zoals voorgaand benoemd, zoals aanwijzingen voor seksueel sadisme. Bovendien wordt geadviseerd om de dadertypologie ten aanzien van het tbs-indexdelict opnieuw tegen het licht te houden. (…)
Onderzoekers adviseren de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen met continuering van de maatregel verpleging. Indien het bovenstaande geformuleerde advies wordt opgevolgd, zal het naar de indruk van onderzoekers nog langere tijd duren om een grondige herevaluatie van het daderprofiel op te stellen en wanneer daaruit behandelconsequenties voortvloeien, zal dit ook nog gedurende langere tijd uitgevoerd moeten worden.”