ECLI:NL:GHARL:2025:3073

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
P25/057
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren en aandacht voor wachttijdproblematiek in de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 mei 2025 de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland bevestigd om de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaren te verlengen. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1970 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum, had beroep aangetekend tegen de eerdere beslissing van de rechtbank van 16 december 2024. Tijdens de zitting op 8 mei 2025 werd de advocaat-generaal, mr. I.M. Muller, gehoord, evenals de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. N.M. van Wersch.

Het hof heeft in zijn overwegingen de lange wachttijd voor plaatsing in de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) benadrukt, die momenteel wordt geschat op 10-14 jaar. Dit gebrek aan perspectief heeft een zware impact op de terbeschikkinggestelde, die zich hierdoor miserabel, verward en somber voelt. Het hof heeft de zorgen over deze wachttijdproblematiek erkend en verwacht inspanningen van de overheid om deze te reduceren.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met de aanvulling dat de terbeschikkinggestelde op de wachtlijst voor de LFPZ is geplaatst. De hoofdbehandelaar van de terbeschikkinggestelde heeft bevestigd dat de LFPZ-status is goedgekeurd. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken door de griffier.

Uitspraak

TBS P25/057
Beslissing van 22 mei 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [locatie] (de kliniek),
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 16 december 2024. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 19 december 2024 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 22 april 2025, met als bijlage de wettelijke aantekeningen over de periode van 25 maart 2024 tot 18 april 2025.
Het hof heeft ter zitting van 8 mei 2025 gehoord de advocaat-generaal, mr. I.M. Muller, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. N.M. van Wersch, advocaat te Amsterdam.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde begrijpt de beslissing van de rechtbank tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren. Er wordt gekoerst op een plaatsing in de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ). Duidelijk is dat hiervoor een zeer lange wachttijd bestaat. Het gebrek aan perspectief drukt zwaar op de terbeschikkinggestelde. Het maakte hem miserabel, verward en somber. De terbeschikkinggestelde verzoekt het hof in zijn beslissing aandacht te vragen voor deze wachttijdproblematiek.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank kan worden bevestigd.
Het oordeel van het hof
Het hof is onder aanvulling van gronden als hierna weergegeven van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op de juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met die aanvulling bevestigen.
Ter terechtzitting bij de rechtbank heeft de hoofdbehandelaar van de terbeschikkinggestelde opgemerkt dat de aangevraagde LFPZ-status is goedgekeurd en dat de terbeschikkinggestelde op de wachtlijst wordt geplaatst.
Het hof leest in de update van het verlengingsadvies van 22 april 2025 het volgende:

De kliniek is ten tijde van dit schrijven niet geïnformeerd door het ministerie over de duur
van de wachttijd, maar de inschatting is dat de wachttijd momenteel 10-14 jaar is.
Voor zover de bedoelde wachttijd inderdaad een dergelijke duur heeft, kan het hof niet anders dan vaststellen dat een dergelijke wachttijd zeer zorgelijk is en dat van de overheid inspanningen worden verwacht om deze wachttijd te reduceren.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt met aanvulling als voormeld de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 16 december 2024, met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. P.K.J. Ronhaar en drs. B. van Giessen, raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier,
en op 22 mei 2025 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.