ECLI:NL:GHARL:2025:3018

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
200.348.035
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdverblijfplaats, zorg- en opvoedingstaken, bijschrijving zorgpolis en vervangende toestemming inschrijving basisschool

In deze zaak gaat het om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige, de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, de bijschrijving op de zorgpolis en vervangende toestemming voor inschrijving op de basisschool. De ouders van de minderjarige, geboren in 2021, hebben in september 2022 hun relatie beëindigd en zijn sindsdien betrokken in een juridische strijd over de zorgregeling. De rechtbank Gelderland had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar de moeder is in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De moeder heeft verzocht om het hoofdverblijf van de minderjarige bij haar te bepalen, terwijl de vader verzoekt om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat de situatie van de moeder sinds de eerdere beschikking niet is veranderd en dat de vader een stabiele opvoedingssituatie biedt. De raad voor de kinderbescherming heeft ook geadviseerd om het hoofdverblijf bij de vader te bepalen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de vader vervangende toestemming verleend voor de bijschrijving van de minderjarige op zijn zorgpolis en voor de inschrijving op de basisschool. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.348.035
(zaaknummer rechtbank Gelderland 434452)
beschikking van 15 mei 2025
inzake
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. B. Willemsen,
en
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats2] ,
verweerder in het principaal hoger beroep,
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. A.G.J. van Lokven.

1.De procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 12 juli 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder: de bestreden beschikking).

2.De procedure bij het hof

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 11 oktober 2024
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroepschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Van Lokven van 20 februari 2025 met voorwaardelijke vermeerdering van het verzoek;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties.
2.2
Namens de moeder is op 9 april 2025 na sluiting van de griffie verzocht om aanhouding van de zaak op zitting. Het hof heeft dit verzoek afgewezen. De mondelinge behandeling heeft op 10 april 2025 plaatsgevonden. De moeder is vertegenwoordigd door haar advocaat. De vader was aanwezig samen met zijn advocaat. Namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) is een vertegenwoordiger verschenen.

3.De feiten

3.1
Partijen zijn de ouders van [de minderjarige] , geboren [in] 2021 in [plaats1] . Beide ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
3.2
Partijen hebben in september 2022 de relatie beëindigd.
3.3
Bij beschikking van 24 augustus 2023 is de volgende zorgregeling vastgesteld:
- [de minderjarige] verblijft in de periode van 18 augustus 2023 tot 23 oktober 2023 met een opbouwschema bij de vader zoals weergegeven in de overwegingen 6.6 en 6.8. van die beschikking;
- [de minderjarige] verblijft met ingang van 23 oktober 2023 bij de vader:
* in de even weken van woensdag 8.00 uur tot zaterdag 8.00 uur;
* in de oneven weken op maandag vanaf 8.00 uur tot woensdag 8.00 uur en op zaterdag vanaf 8.00 uur tot maandag 8.00 uur;
* alsmede gedurende de helft van de vakanties, door partijen in overleg nader af te stemmen.
3.4
Ten tijde van de vaststelling van deze zorgregeling woonden beide ouders in [woonplaats2] . Nadien is de moeder bij haar ouders in [woonplaats1] ingetrokken. De ouders hebben toen de zorgregeling voortgezet.

4.De omvang van het geschil

4.1
Tussen partijen zijn in geschil de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] , de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de bijschrijving op de zorgpolis.
Bij de bestreden beschikking is:
- 5.1. de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek over de vervangende toestemming tot bijschrijving van [de minderjarige] op zijn polis van de zorgverzekering;
- 5.2. het hoofdverblijf [de minderjarige] vastgesteld bij de vader;
- 5.3. de bij beschikking van 24 augustus 2023 vastgestelde zorgregeling als volgt gewijzigd:
[de minderjarige] verblijft met ingang van 18 augustus 2025 bij de moeder gedurende drie
opeenvolgende weekenden per maand van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur, alsmede
gedurende de helft van de vakanties, door de ouders in overleg nader af te stemmen;
5.4.
de beslissing onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
5.5.
het meer of anders verzochte over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling afgewezen;
5.6.
het verzoek van de moeder over de vervangende toestemming voor het wonen van haar met [de minderjarige] in de omgeving van [woonplaats1] afgewezen.
4.2
De moeder is met drie grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De moeder verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en te bepalen dat de verzoeken van vader alsnog worden afgewezen en haar verzoeken tot bepaling van het hoofdverblijf van [de minderjarige] bij haar en een zorgregeling met de vader waarbij [de minderjarige] iedere woensdag van 8.30 uur tot 17 uur bij zijn vader is en een weekend per veertien dagen van vrijdag 18 uur tot zondag 18 uur, alsmede de helft van de schoolvakanties en de feestdagen, althans een zorgregeling het hof juist acht alsnog wordt toegewezen.
4.3
De vader verzoekt in het principaal appel de ingestelde grieven tegen de bestreden beschikking af te wijzen.
In het incidenteel appel verzoekt de vader de bestreden beschikking te vernietigen voor zover hij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek ten aanzien van de vervangende toestemming tot bijschrijving van [de minderjarige] op zijn polis van de zorgverzekering en dat verzoek alsnog toe te wijzen.
Bij voorwaardelijke vermeerdering van zijn verzoek heeft de vader verzocht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad aan hem vervangende toestemming te verlenen om
[de minderjarige] in te schrijven op basisschool [naam1] te [woonplaats2] .
4.4
De moeder verzoekt het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn incidenteel beroep en zijn voorwaardelijke vermeerdering van het verzoek, althans deze af te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
In artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat geschillen over de wijziging van een regeling over de gezamenlijke uitoefening van het gezag op verzoek van de ouders of van één van hen aan de rechter kunnen worden voorgelegd.
5.2
In dat wetsartikel staat ook dat de rechter bij zijn beslissing moet kijken naar het belang van het kind. Ook andere belangen kunnen een rol spelen en kunnen zelfs zwaarder wegen dan in dit geval het belang van [de minderjarige] .
Hoofdverblijf en zorgregeling
5.3
Het hof vindt dat de beslissing van rechtbank voor wat betreft deze geschilpunten in stand moet blijven (worden bekrachtigd) en zal hierna uitleggen waarom.
Uit de stukken en wat op de zitting is besproken blijkt dat de situatie van de moeder sinds de bestreden beschikking niet is veranderd. De moeder woont nog steeds bij haar vader en zij heeft nog geen eigen woonruimte in [woonplaats1] gevonden. De moeder heeft geen inkomen. Ze krijgt begeleiding van [naam2] voor het omgaan met haar financiën. De advocaat heeft het hof verteld dat de moeder aan zichzelf werkt. Ze zal met EMDR- therapie gaan starten om dingen een plekje te geven. Het hof vindt het positief dat de moeder hulp heeft gezocht maar haar persoonlijke omstandigheden zijn niet dusdanig gewijzigd dat het in het belang van [de minderjarige] is om het hoofdverblijf op dit moment bij de moeder te bepalen. De raad heeft tijdens de zitting ook geadviseerd om de hoofdverblijfplaats bij de vader te bepalen omdat dit een stabiele opvoedingssituatie is gebleken voor [de minderjarige] . De door de rechtbank bepaalde zorgregeling is volgens de raad ook in het belang van [de minderjarige] . Het hof sluit daarbij aan.
Bijschrijven zorgpolis
5.4
Het is belangrijk dat [de minderjarige] verzekerd is en de zorgpremie wordt betaald. De advocaat van de moeder heeft, mede gelet op de financiële situatie van de moeder, op de zitting namens de moeder toestemming verleend voor het bijschrijven van [de minderjarige] op de zorgpolis van de vader. Omdat beide partijen akkoord zijn met het bijschrijven van [de minderjarige] op de zorgpolis van de vader, zal het hof het verzoek van de vader zekerheidshalve toewijzen zoals hierna onder 7 vermeld.
Vervangende toestemming inschrijving basisschool
5.5
De moeder is het eens met het aanmelden van [de minderjarige] bij de basisschool [naam1] in [woonplaats2] . Het lukt de moeder als ouder die mede het gezag heeft echter niet dit ook goed te regelen met de basisschool, aldus haar advocaat. Het hof zal daarom aan de vader vervangende toestemming verlenen om [de minderjarige] in te schrijven op basisschool [naam1] te [woonplaats2] zodat [de minderjarige] daar later dit jaar kan starten.

6.De slotsom

Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen. Het hof zal de beslissing gezien hetgeen ter hoger beroep is besproken nog aanvullen met de beslissingen over de bijschrijving zorgpolis en vervangende toestemming inschrijving op de basisschool.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in het principaal en het incidenteel hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 12 juli 2024 en vult deze als volgt aan:
verleent de vader vervangende toestemming om [de minderjarige] , geboren [in]
2021, op zijn zorgverzekeringspolis te laten bijschrijven, zodat hij via de zorgverzekering van de vader mee is verzekerd tegen zorgkosten;
verleent de vader vervangende toestemming, welke de toestemming van de moeder vervangt, om [de minderjarige] in te schrijven op de [naam1] in [woonplaats2] ;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.B. Kamminga, S. Kuijpers en K. Hermsen, bijgestaan door de griffier, en is op 15 mei 2025 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.