ECLI:NL:GHARL:2025:3014
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding op grond van de Wet zorg en dwang met betrekking tot de positie van het CIZ en de geldigheid van opname
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schadevergoeding van [verzoeker] op basis van artikel 44 lid 2 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het hof behandelt de vraag of [verweerster] op 18 maart 2024 een geldige titel had voor de opname van [verzoeker] in de zorginstelling. De rechtbank Gelderland had eerder het verzoek van [verzoeker] om schadevergoeding afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep. Het hof oordeelt dat [verweerster] op de datum van opname geen geldige titel had, omdat er geen rechterlijke machtiging of ander besluit was afgegeven. Het hof stelt vast dat [verzoeker] vanaf 19 maart 2024 met een geldige titel in de zorginstelling verbleef, maar dat de opname op 18 maart 2024 onrechtmatig was. Het hof kent [verzoeker] een schadevergoeding toe van € 100,- per dag voor de periode dat hij zonder geldige titel in de instelling verbleef, te vermeerderen met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing van het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en kent [verzoeker] de schadevergoeding toe.