In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, waarin de kinderalimentatie voor hun minderjarige kind was vastgesteld op € 497 per maand, met een verhoging naar € 528 per maand per 1 januari 2024. De man stelde dat de afspraken over de kinderalimentatie in het ouderschapsplan van 23 februari 2020 met grove miskenning van de wettelijke maatstaven waren gemaakt. Het hof oordeelde dat de omstandigheden sinds het maken van de afspraken waren gewijzigd, met name de inkomens van beide ouders en de zorgregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de behoefte van het kind in 2023 € 780 per maand bedraagt en in 2024 € 829 per maand. De man heeft een draagkracht van € 657 per maand in 2023 en € 881 per maand in 2024. Het hof heeft de kinderalimentatie met ingang van 22 september 2023 vastgesteld op € 250 per maand, met jaarlijkse indexering. De vrouw hoeft het teveel ontvangen bedrag aan kinderalimentatie niet terug te betalen aan de man. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.