In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie tussen de vrouw en de man, die de ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kaya, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Overijssel, die op 18 maart 2024 was uitgesproken. De rechtbank had de kinderalimentatie vastgesteld op € 126,- per kind per maand, en de verzoeken van de vrouw met betrekking tot achterstallige kinderalimentatie en andere kosten afgewezen. De vrouw heeft zeven grieven ingediend, waaronder de berekening van de behoefte van de kinderen en de onderhoudsverplichting van de man voor zijn andere kinderen uit een nieuwe relatie. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en de relevante feiten besproken, waaronder de financiële situatie van beide ouders en de afspraken die in het ouderschapsplan zijn gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn onderhoudsplicht niet volledig kan nakomen en heeft de kinderalimentatie verhoogd. De man is verplicht om een bedrag van € 5.000,- te betalen aan de vrouw als achterstallige kinderalimentatie. De uitspraak van het hof wijzigt de eerdere beschikking van de rechtbank en legt nieuwe alimentatiebedragen op, die jaarlijks geïndexeerd zullen worden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, en het hof heeft de overige verzoeken van de vrouw afgewezen.