Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) in een jeugdzorgzaak. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had het hof verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de GI, die de omgangsregeling met haar minderjarige kind beperkte, vervallen te verklaren. De GI had eerder schriftelijke aanwijzingen gegeven over de verzorging en opvoeding van de minderjarige, die onder toezicht was gesteld. De moeder was van mening dat de aanwijzing de omgang met haar kind onterecht beperkte en vroeg om een ruimere omgangsregeling. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 13 december 2024, in acht genomen. Het hof concludeerde dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig was voorbereid en dat de motivering van de GI de beslissing kon dragen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond. De zorgen over de fysieke en emotionele beschikbaarheid van de moeder en de noodzaak van begeleiding bij de omgangsmomenten zijn door het hof onderstreept.