In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof bevestigt grotendeels de beslissing van de rechtbank, maar ziet aanleiding om de strafmotivering te verbeteren en aan te vullen. Het hof vernietigt echter de beslagbeslissing en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank. Het hof verklaart het in beslag genomen telefoontoestel verbeurd en beveelt de onttrekking aan het verkeer van een kogelpatroon. De vordering van de benadeelde partij [naam 1] wordt gedeeltelijk toegewezen tot € 44.255,90, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering van de benadeelde partij [naam 2] wordt ook gedeeltelijk toegewezen tot € 22.764,42, eveneens vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het hof wijst een deel van de vorderingen af en verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk. Het hof constateert een misslag in het eerdere arrest van 11 april 2025, waarbij het aantal dagen gijzeling bij niet-betaling van de schadevergoedingsmaatregelen niet correct was vastgesteld. Het hof herstelt deze misslag door het maximum aantal dagen gijzeling van 365 dagen naar verhouding te verdelen over de twee schadevergoedingsmaatregelen. Het hof stelt dat de veroordeelde door dit herstel niet in zijn rechten wordt geschaad.