Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- veroordeling van de verdachte ter zake van de aan hem onder 1 en 2 tenlastegelegde oplichting;
- het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 14 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren;
- het gedeeltelijk toewijzen van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] tot een bedrag van € 4.301,- aan materiële schade, in ieder geval tot het bedrag dat uit de bewezenverklaring volgt, tot maximaal het gevorderde bedrag van € 7.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- het toewijzen van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] , tot een bedrag van € 385,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- het niet-ontvankelijk verklaren van de benadeelde partij [benadeelde 2] in de vordering voor zover het de gevorderde proceskosten ten bedrage van € 768,34 betreft.
Het vonnis waarvan beroep
- de verdachte vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-136627-22;
- het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-242060-21;
- de verdachte veroordeeld voor het aan hem onder 1 en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-242060-21 tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering;
- de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaard wat betreft de gevorderde immateriële schade en de gevorderde proceskosten afgewezen.
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2019 tot en met 22 januari 2021 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (telkens) een of meer geldbedragen tot een totaal van € 39.137,40,
hij in of omstreeks de periode van 17 oktober 2019 tot en met 22 januari 2021 te [plaats] , [gemeente] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een of meer geldbedragen tot een totaal van € 7000,-,
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in de periode van 24 mei 2019 tot en met 22 januari 2021 te [plaats] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van telkens geldbedragen, door (zakelijk weergegeven)
hij in de periode van 30 december 2019 tot en met 25 maart 2020 te [plaats] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen tot een totaal van € 5.937,08,-,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 5.937,08 (vijfduizend negenhonderdzevenendertig euro en acht cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.