In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, alsook over de zorgregeling tussen de vader en het kind. De moeder en de vader van de minderjarige, die sinds 2018 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI), hebben beiden hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter. De kinderrechter had eerder de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd en verzoeken van de ouders afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk was in het belang van de minderjarige, die ernstige hechtingsproblematiek vertoont. De ouders hebben recht op toetsing van de rechtmatigheid van de machtiging, ook al is de termijn verstreken. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd voor wat betreft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, maar heeft de afwijzing van de zorgregeling van de vader vernietigd. De vader krijgt nu de mogelijkheid om onder begeleiding contact te hebben met zijn kind, wat eerder beperkt was tot één keer per twee weken. Het hof heeft benadrukt dat de begeleiding kan worden afgebouwd, afhankelijk van de situatie van de minderjarige.