Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de Jeugd- en Gezinsbeschermers,
[de grootouders],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2025 de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, die eerder op 7 november 2024 was uitgesproken. De zaak betreft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1], die sinds november 2022 bij haar grootouders woont. De moeder van [de minderjarige1] heeft in hoger beroep de verlenging van deze machtiging betwist, stellende dat zij in staat is om voor haar dochter te zorgen en dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk is. De GI heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing op goede gronden is verleend en dat deze nog steeds noodzakelijk is. Het hof heeft geoordeeld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige1] noodzakelijk is, gezien de complexiteit van het familiesysteem en de noodzaak om het perspectiefonderzoek af te wachten. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen.