Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 25 februari 2025 is gehouden.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
ten behoeve vande bedrijfsovername maar leidt uit de stellingen van [appellant] af, dat hij de grond in gebruik nam
met het oogop de bedrijfsovername. Kennelijk en terecht bedoelt de rechtbank dat partijen vooruit liepen op de bedrijfsovername door [appellant] en dat het (gedogen van het) gebruik van de grond in dat licht gezien moet worden. Dat bezwaar tegen het vonnis slaagt dan ook niet. Voor zover deze grief bovendien aan de orde stelt dat [appellant] (desondanks) gerechtvaardigd mocht vertrouwen dat hij de grond zou kunnen blijven gebruiken, komt dit hierna aan de orde.
revindicatie) maar ook dat hij kan vorderen dat een inbreuk op dat recht wordt gestaakt of ongedaan wordt gemaakt (ook wel aangeduid als
actio negatoria). Het ophogen van de grond en het plaatsen van speeltoestellen is een dergelijke inbreuk. Dat betekent dat de rechtbank ook de vordering tot herstel in oude staat terecht heeft toegewezen.