Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een moeder tot herstel van het gezag over haar kinderen en de vaststelling van een omgangsregeling. De moeder, die eerder gedetineerd was, had het eenhoofdig gezag over haar kinderen, maar dit was beëindigd en de William Schrikker Stichting was benoemd tot voogd. De rechtbank Gelderland had op 3 juni 2024 het verzoek van de moeder tot herstel van het gezag afgewezen en een omgangsregeling vastgesteld. De moeder ging in hoger beroep, waarbij zij verzocht om het gezag te herstellen en de omgangsregeling te verruimen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de kinderen ook zijn gehoord. De GI heeft verweer gevoerd en gesteld dat herstel van het gezag niet in het belang van de kinderen is, gezien hun complexe problematiek en de zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, oordelend dat de situatie van de moeder niet is veranderd en dat het in het belang van de kinderen is om het contactherstel in kleine stappen te laten plaatsvinden. Het hof heeft ook verzoeken om een raadsonderzoek en benoeming van een bijzondere curator afgewezen, omdat het hof voldoende informatie had om een beslissing te nemen.