Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001045-24
Uitspraak d.d.: 9 april 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 20 februari 2024 met parketnummer 08-136170-22 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [plaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 maart 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Op 9 april 2025 is het onderzoek gesloten waarna meteen uitspraak is gedaan.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. M. Kuipers, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partij [benadeelde] (hierna: [benadeelde] ) door bijzonder curator mr. J.E. Bruning en mr. C.E. Jeekel naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door rechtbank Overijssel vrijgesproken van hetgeen aan haar onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte wegens het opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand laten, terwijl dit feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De vordering van de benadeelde partij is door de rechtbank hoofdelijk toegewezen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsmotivering en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is – voor zover in hoger beroep nog aan de orde – tenlastegelegd dat:
2.
zij in of omstreeks de periode van de [geboortedag] 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk haar kind, [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij, verdachte, krachtens wet of overeenkomst verplicht was, in een hulpeloze toestand heeft gebracht en/of heeft gelaten, immers heeft/is zij, verdachte, (telkens) met dat opzet, terwijl zij, verdachte, wist, althans kon weten dan wel vermoeden, dat haar, verdachtes, echtgenoot ( [medeverdachte] ), voornoemde [benadeelde] verwaarloosde en/of pijn en/of letsel toebracht niet, althans niet tijdig, ingegrepen en voornoemde [benadeelde] niet in een veilige situatie gebracht, en/of met die [benadeelde] in de woning bij haar echtgenoot, genoemde [medeverdachte] , blijven wonen en/of genoemde [benadeelde] , met genoemde [medeverdachte] alleen gelaten, zodat de verwaarlozing en/of het toebrengen van pijn en/of letsel door genoemde [medeverdachte] jegens voornoemde [benadeelde] kon(den) voortduren, welk feit zwaar lichamelijk letsel (hoofd-/hersenletsel, ribbreuken en/of (ano)genitaal letsel)) ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal is van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat verdachte met de kennis die zij destijds had, niet anders had moeten handelen dan dat zij heeft gedaan. Het idee dat medeverdachte [benadeelde] opzettelijk zou mishandelen, is pas ontstaan na de aanhouding van verdachte en medeverdachte. Verdachte heeft daarnaast steeds hulp ingeschakeld als er iets aan de hand was met [benadeelde] . De keren dat verdachte aan de bel trok bij de huisartsenpost en het consultatiebureau zijn in het kader van voorwaardelijk opzet te kwalificeren als contra-indicaties voor de stelling dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zij [benadeelde] in hulpeloze toestand heeft gebracht of gelaten. Er is daarom geen sprake van voorwaardelijk opzet.
Het hof ontleent aan de inhoud van de volgende bewijsmiddelen het bewijs dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De hieronder weergegeven verklaringen en tapgesprekken betreffen slechts de redengevende onderdelen uit die verklaringen en gesprekken. Voor de leesbaarheid is soms gekozen voor een zakelijke weergave.
Een meldformulier kindermishandeling VTIJ – Politie:
Algemene gegevens
Datum en tijdstip melding: 16-02-2022
Jeugdige
Achternaam: [benadeelde]
Roepnaam: [voornaam]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: vrouw
Geboortedatum: [geboortedag] -2022
GBA: [adres] [postcode] [plaats]
Moeder Ook verzorgende ouder: ja
Naam: [verdachte]
Roepnaam: [voornaam]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: vrouw
Geboortedatum: [geboortedag] -1991
GBA: [adres] [postcode] [plaats]
VaderOok verzorgende ouder: ja
Naam: [medeverdachte]
Roepnaam: [medeverdachte]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: man
Geboortedatum: [geboortedag] -1991
GBA: [adres] [postcode] [plaats]
Nadere informatie over de melding
Datum ontvangst melding bij VTIJ; 14-02-2022 gemeld door de kinderarts van [regioziekenhuis] .
Datum tijdstip/periode mishandeling: 12-02-2022
Plaats en adres van het voorval: [adres] [postcode] [plaats]
Korte omschrijving mishandeling: vader geeft aan dat hij met zijn dochter op de arm door de kamer aan het wiegen was, op enig moment werd dochter slap, viel haar hoofd tegen zijn hoofd aan en armpjes en beentjes werden slap. Daarop heeft hij actie ondernomen om zijn dochter wakker/weer bij te krijgen. Beide ouders spreken over tikken tegen het kind/licht schudden. Ouders hebben 112 gebeld, kind is met ambulance vervoerd naar het [regioziekenhuis] .
Informatie van de kinderarts:
Ambulance medewerkers troffen een kind aan met wisselende hartslag, wel zelf ademhalend, bleek van huidskleur onderweg richting ziekenhuis het zelfde beeld. Op de spoedeisende hulp stopte kind even met ademhalen.
Kind is met spoed naar het [universitair ziekenhuis] vervoerd, daar is de beademing gestart en verder onderzoek ingezet.
Korte omschrijving letsel: CT scan geeft aan dat er sprake is van een bloeding in de hersenen. Bij lichamelijk onderzoek zijn ook uitwendige bloeduitstortingen gezien aan de zijkant gezicht links en op de rug.
[universitair ziekenhuis] heeft skeletstatus gemaakt daarop meerdere ribbreuken geconstateerd.
Een forensisch medische letselrapportage:
Betrokkene: [benadeelde]
Geb. [geboortedag] -2022
Toelichting op de medische bevindingen
Op 12-02-2022 is BE opgenomen in de [regioziekenhuis] i.v.m. plotseling slap worden. Aan het gelaat en op de rug werden bloeduitstortingen gezien. Op de CT-scan van het hoofd werden subdurale en subarachnoidale bloedingen (bloedingen onder het harde hersenvlies en spinnenwebvlies) gezien.
Foto 2: gemaakt op 12-02-2022, rug
Op de rug zijn minimaal zes slecht begrensde gele en rood-bruine ovale tot ronde verkleuringen van de huid zichtbaar met een geschatte grootte van enkele centimeters. De roodbruine huidverkleuringen vervloeien gedeeltelijk.
Een forensisch medische letselrapportage:
Betrokkene: [benadeelde]
Naam en geboortedatum Geb. op [geboortedag] -2022
5.1Medische tijdlijn hersenletsel, ribbreuken en bloeduitstortingen
[benadeelde] is geboren op [geboortedag] -2022 na een ongecompliceerd verlopen, voldragen zwangerschap. [benadeelde] functioneerde direct goed.
Enkele dagen voor 12-02-2022 zou ze “in slijm zijn gebleven” waarna ouders haar op de rug zouden hebben geklopt.
In de ziekenhuisgegevens staat dat [benadeelde] in de middag van 12-02-2022 huilerig was. Terwijl ze gewiegd werd door vader, zou ze plotseling slap en bleek geworden zijn. Hulpdiensten werden ingeschakeld. Bij aankomst van de ambulance reageerde [benadeelde] matig en zag ze bleek. Ze had spontane hartslag en ademhaling. [benadeelde] werd met de ambulance naar het [regioziekenhuis] te [plaats] vervoerd.
In het ziekenhuis had [benadeelde] aanvankelijk een paar momenten van kortdurende ademhalingsstilstand en verstijving (een soort epileptische trekkingen) met zuurstofdalingen in het bloed. Ze ademde niet goed meer en het was nodig de ademhaling te ondersteunen en haar later volledig te beademen via een beademingsbuis.
Bij lichamelijk onderzoek waren bloeduitstortingen zichtbaar aan de linkerkant van het gezicht en bij het linker oog, en op de rug.
[benadeelde] werd overgeplaatst naar het [universitair ziekenhuis] .
Op een CT-scan van het hoofd van 12-02-2022 waren een schedelbreuk aan de achterzijde van het de schedel en bloeduitstortingen (waarschijnlijk) onder het spinnenwebvlies aan de rechterzijde (voor en in het midden) zichtbaar. Bij herhaling van de CT-scan op 13-02-2022 werd de aanwezigheid van de schedelbreuk niet bevestigd, er zou sprake kunnen zijn van een extra schedelnaad of een bloedvat. De bloeduitstorting onder het spinnenwebvlies was meer uitgesproken.
Bij revisie van de röntgenfoto’s van 13 en 14-02-2022 beschreef [professor] de aanwezigheid van meerdere ribbreuken, alle aan de achterzijde langs de wervelkolom gelegen.
Hij beschreef ribbreuken aan de rechter zijde:
-
van de zesde rib met knikstand en subtiele botnieuwvorming;
-
van de zevende rib met botnieuwvorming;
-
van de tiende rib, recent.
En ribbreuken aan de linker zijde:
-
van de tweede rib met enige botnieuwvorming;
-
van de derde rib met enige botnieuwvorming.
Op 18-02-2022 werd op een MRI-scan van het hoofd een uitbreiding van de bekende bloeduitstortingen gezien, waarbij als nieuwe bevinding tevens sprake was van een kleine bloeduitstorting onder het harde hersenvlies langs beide hersenhelften, rechts meer dan links (zijwaarts en achterwaarts). Tevens werden bloedstolsels gezien in de ankervenen. In de hersenkamers waren bloedproducten zichtbaar.
[professor] bevestigde bij revisie van de MRI-scan van 18 februari 2022 de uitbreiding van de bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies met een geringe verschuiving van de middenlijn naar links, met een spoortje bloed onder het spinnenwebvlies en een spoortje bloed in de achterzijde van de linker hersenkamer. In het hersenweefsel zelf constateerde [professor] geen afwijkingen.
De aanwezigheid van bloedstolsels in meerdere afvoerende bloedvaten (ankervenen) werd bevestigd.
Op 28-02-2022 werd de serie röntgenfoto’s van het gehele skelet herhaald. Hierop was als nieuwe bevinding een ribbreuk van de 10e rib aan de rechterzijde zichtbaar, aan de achterzijde van de borstkas gelegen.
Nadien werd meermaals radiologisch onderzoek uitgevoerd. Bij revisie door [professor] van de MRI-scan van de hersenen van 13-05-2022, van een röntgenfoto van de borstkas van 30-05-2022, van een serie röntgenfoto’s van het gehele skelet van 01-06-2022 en van een MRI-scan van de hersenen van 02-06-2022 zag hij het volgende: De meeste ribbreuken waren restloos genezen.
Wel waren twee nieuwe ribbreuken zichtbaar, zonder botnieuwvorming. Het betrof een ribbreuk aan de achterzijde van de tiende rib (langs de wervelkolom), en een ribbreuk aan de achterzijde van de elfde rib links (meer naar het midden van de linker helft van de borstkas).
[professor] concludeerde dat in totaal op minimaal 3 momenten gescheiden in tijd sprake moet zijn geweest van een krachtsinwerking op de ribben, als oorzaak van de ribbreuken.
5.4Hoofdletsel
Na een incident op 12-02-2022 is bij radiologisch onderzoek van [benadeelde] geen letsel van het hersenweefsel waargenomen. Er was wel sprake van bloed bij de hersenvliezen en in (minimaal) één hersenkamer. Op basis van de klinische verschijnselen kan echter geconcludeerd worden dat wel sprake was van acuut ontstaan hersenletsel, gezien de door medisch professionals geconstateerde bewustzijnsvermindering, ademhalingsproblemen en trekkingen.
Op 18-02-2022 was op een MRI-scan van het hoofd een subtiele verschuiving van de middenlijn van de hersenen naar de linkerzijde zichtbaar. Hoewel enige druk van de bloeduitstorting onder het harde hersenvlies (met name rechts) niet is uit te sluiten, lijkt dit passend bij hersenzwelling die (meer of enkel) aan de rechterzijde van de hersenen is opgetreden.
Nu geen medische oorzaken zijn gevonden voor de klinische en radiologische bevindingen, moet aan krachtsinwerkingen op het hoofd gedacht worden als oorzaak van de klinische verschijnselen en letsels in het hoofd. Een forse krachtsinwerking op het hoofd als oorzaak kan accidenteel of niet-accidenteel zijn. Forse krachten op het hoofd kunnen geleid hebben tot een zwelling van de hersenen en epileptische activiteit, wat kan hebben bijgedragen aan de hersenschade.
Een forse krachtsinwerking op het hoofd met of zonder impact kan als mogelijkheid overwogen worden. Een dergelijke krachtsinwerking zonder impact kan bijvoorbeeld ontstaan bij een heftig schudincident of bij een verkeersongeval waarbij een voertuig (meermaals) over de kop slaat. Een forse krachtsinwerking met impact kan bijvoorbeeld een val van (grote) hoogte zijn.
De bloeduitstortingen langs de hersenen, de huidletsels en de bevindingen van radiologisch onderzoek kunnen gebruikt worden om de oorzaak voor de hersenschade te herleiden.
5.4Bloedingen langs de hersenen en in de hersenkamer
Bij [benadeelde] was op 13-02-2022 sprake van aanwezigheid van bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies, aan de buitenzijde langs uiteindelijk beide hersenhelften en tussen de helften van de grote hersenen in.
Bloedingen onder het harde hersenvlies ontstaan als de zogenaamde ankervenen of brugvenen (af)scheuren.
Ankervenen kunnen scheuren als sprake is van herhaalde hevige voor-achterwaartse (en waarschijnlijk ook rotatoire) bewegingen van het hoofd. Een dergelijk mechanisme kan optreden bij heftig repeterend acceleratie-deceleratie krachten (zoals bij een schudincident) of bij forse impact (botsende krachtsinwerking op of tegen het hoofd), of bij de combinatie van beide. Hierbij is veel kracht nodig. Krachten die ontstaan bij vallen van beperkte hoogte (1 tot 2 meter) en bij gebruikelijke huis-, tuin- en keukenongevallen, en daarmee ook bij normaal uitgevoerde verzorgingshandelingen, zijn doorgaans onvoldoende voor het oplopen van een dergelijke bloeding onder het harde hersenvlies.
De geboorte van is in geval van [benadeelde] geen logische oorzaak van de bloeduitstorting onder het harde hersenvlies gezien het (kennelijk plots ontstane) incident op de leeftijd van ruim 4 weken bij een tot dat moment normaal beschreven functioneren.
Als sprake is van een acute klinische noodsituatie met bewustzijnsvermindering en ademhalingsproblemen bij een tot die tijd normaal functionerend kind, en bij een nadien geconstateerd ernstig hersenletsel, dan is de krachtsinwerking zo fors geweest dat het na de krachtsinwerking niet mogelijk zal zijn geweest om normaal te functioneren.
Bij [benadeelde] was sprake van een dergelijke acute klinische noodsituatie. Bij haar moet juist voorafgaande aan het ontstaan van de klinische verschijnselen sprake zijn geweest van een forse krachtsinwerking op het hoofd.
Concluderend:
De bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies zijn, afzonderlijk beschouwd,
veel waarschijnlijkerbij een forse krachtsinwerking dan bij gebruikelijke huis-, tuin- en keukenongevallen, bij normaal uitgevoerde verzorgingshandelingen en/of bij een medische aandoening. De geboorte kan als oorzaak uitgesloten worden geacht.
Verder zijn de bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies, uitgaande van een forse krachtsinwerking en afzonderlijk beschouwd,
iets waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
Bloeduitstortingen onder het spinnenwebvlies zijn
ongeveer even waarschijnlijkonder de hypothese van niet-accidentele, als onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
5.5Ribbreuken
Bij [benadeelde] zijn op 13 en 14 februari vijf ribbreuken vastgesteld. Op 30 mei en 1 juni 2022 zijn nog twee ribbreuken vastgesteld.
Ribbreuken ontstaan doorgaans door een directe krachtsinwerking of door compressie. De aanwezigheid van meerdere ribbreuken, en beiderzijdse aanwezigheid, is sterker gerelateerd aan een niet-accidentele oorzaak dan een enkele ribbreuk. De achterzijde van de ribbenkast is de meest voorkomende locatie van ribbreuken als gevolg van een niet-accidentele krachtsinwerking. Compressie in voor-achterwaartse richting geeft aanleiding tot breuken zijwaarts en/of achterwaarts van ribben.
Dat forse krachten nodig zijn voor het ontstaan van ribbreuken aan de achterzijde van de borstkas, kan worden afgeleid uit de zeldzaamheid van ribbreuken op deze locatie na reanimatiehandelingen bij kinderen.
Concluderend:
De ribbreuken achten wij op grond van aanwezigheid, aantal en locatie
waarschijnlijkeronder de hypothese van een niet-accidentele krachtsinwerking, dan onder de hypothese van een accidentele krachtsinwerking. Op basis van radiologische kenmerken zijn er aanwijzingen voor minimaal 3 momenten met krachtsinwerking. In de beschikbaar gestelde informatie zijn geen passende verklaringen voor het ontstaan van de ribbreuken aangetroffen. Het op de rug kloppen, gelet op vaders verklaring, is geen passende verklaring voor deze (combinatie van) ribbreuken, gezien het letselmechanisme en gezien de radiologische dateringen.
5.6Huidletsels
Op 14 en 24-05-2022 (4 maanden oud) waren op de huid juist onder de onderlip in beide mondhoeken in totaal drie parallel verlopende, oppervlakkige kras/krabletsels.
Op 28-05-2022 (4 maanden oud) was sprake van een bloeduitstorting in het oogwit aan de buitenzijde van het linker oog.
Bloeduitstortingen in het oogwit zijn bij kinderen relatief zeldzaam, en in 94% tot 97% van de gevallen het gevolg van een uitwendige krachtsinwerking.
Bij opname op 12-02-2022 zijn blauwe plekken (onderhuidse bloeduitstortingen) beschreven op het gelaat en de rug van [benadeelde] . Onderhuidse bloeduitstortingen komen bij niet-mobiele kinderen relatief zeldzaam voor (circa 0,5 tot 4%), en zijn vaker beschreven bij kinderen met niet-accidenteel letsel dan bij accidenteel letsel. In algemene zin zijn onderhuidse bloeduitstortingen op deze leeftijd en op de beschreven locaties (minimaal)
waarschijnlijkeronder een hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking dan onder een hypothese van accidentele krachtsinwerking.
De huidbeschadigingen op de huid juist onder de onderlip zijn in elk geval het gevolg van een uitwendige krachtsinwerking. De letsels lijken te fors om door [benadeelde] zelf toegebracht te zijn.
Een ontstaansmechanisme waarbij de mond één- of meermaals stevig vastgepakt wordt met een hand van een verzorger, waarbij de nagels een krassende beweging maken en de huid beschadigen, kan overwogen worden.
5.7Combinatie van bevindingen (hersenletsel, ribbreuken en bloeduitstortingen)
Bij [benadeelde] was op en vanaf 12-02-2022 sprake van hersenletsel met ademhalingsproblemen, bewustzijnsvermindering en trekkingen. Bij onderzoek was sprake van bloeduitstortingen langs de hersenen, van ribbreuken van verschillende ouderdom en van huidletsels.
De combinatie van bevindingen wijst, mede gezien het uitgevoerde onderzoek naar medische oorzaken, op een forse krachtsinwerking als oorzaak van het hersenletsel, als gevolg van een forse impact en/of een heftig schudincident.
Er zijn geen medische aandoeningen geconstateerd die de combinatie van bevindingen kan verklaren. De geconstateerde letsels zijn, in combinatie bezien, niet ontstaan bij gebruikelijke verzorgingshandelingen, of bij de geboorte. Er is geen incident beschreven door de verzorgende ouder dat het letsel kan verklaren.
Concluderend:
De combinatie van bevindingen achten wij
veel waarschijnlijkeronder de hypothese
van een (zeer) forse krachtsinwerking (te weten een forse impact tegen het hoofd
en/of een heftig schudincident) dan bij een eenvoudige val, bij een medische
aandoening en/of bij gebruikelijke verzorgingshandelingen. De geboorte is uitgesloten als oorzaak voor de combinatie van bevindingen.
De combinatie van medische bevindingen is daarbij
waarschijnlijkeronder de
hypothese van niet-accidentele, dan onder de hypothese van accidentele (zeer) forse
krachtsinwerking.
Met betrekking tot gevaarzetting en herstel:
Het hersenletsel heeft geleid tot de ademhalingsproblemen, epileptische activiteit en
de medische noodzaak om te beademen. Het is mogelijk dat zonder deze beademing
[benadeelde] was overleden.
5.8Medische tijdlijn letsel aan het genitaal en/of de anus
Direct na de geboorte worden er geen bijzonderheden gemeld, met name geen
aangeboren afwijkingen (ook niet m.b.t. het ano-genitaal).
Bij [benadeelde] zijn gedurende de eerste dagen na de geboorte geen bijzonderheden
opgevallen bij de verzorging, het hebben van ontlasting of bij urineren. [benadeelde] is
gedurende de eerste dagen na haar geboorte diverse keren getemperatuurd; bij baby’s wordt anaal getemperatuurd. Er zijn geen bijzonderheden gemeld over de anus en/of het genitaal.
Uit het dossier van het consultatiebureau (CB) blijkt dat het genitaal is
onderzocht bij een bezoek op het CB. Er zijn geen bijzonderheden genoteerd.
Tijdens de ziekenhuisopname in het [universitair ziekenhuis] van 13-2 t/m 15-2-2022 is er iets
opgevallen aan het genitaal van [benadeelde] . De gynaecoloog beschrijft een normaal genitaal en spreekt over een ‘huidflapje’.
Op 30-05-2022 meldden ouders zich bij de huisartsenpost omdat [benadeelde] anaal bloedverlies heeft. Dat bloedverlies zou sinds een uur bestaan. In totaal zouden er ‘3 luiers vol’ zijn. [benadeelde] zou onrustig zijn en bleek zien. Op de
huisartsenpost zag de huisarts bij onderzoek van het genitaal ‘geen uitwendige fissuur’ (geen uitwendige verscheuring van het weefsel rondom het genitaal). Direct
aansluitend werd [benadeelde] 30-05-2022 opgenomen in het [regioziekenhuis] te
[plaats] . Bij onderzoek bleek sprake te zijn van vaginaal en/of anaal letsel en
tevens een laag bloedgehalte, bij aanvang 4,5 en dalend naar 3,6 mmol/L
(normaalwaarde op deze leeftijd 5,6-7,9 mmol/L). Hiervoor was een bloedtransfusie
nodig. [benadeelde] is overgeplaatst naar het [universitair ziekenhuis] . Op 30-05-2022 worden in het [universitair ziekenhuis] door de kinderarts afwijkingen aan het genitaal gezien. De kinderarts meldde op 30-05-2022 dat ‘het genitaal zag er anders uit dan gebruikelijk, het gebied tussen vagina en anus leek kapot, alsof er sprake was van ‘één groot gat’.
[benadeelde] werd geopereerd in het [universitair ziekenhuis] . Uit het operatieverslag blijkt dat bij de uitgang
van de blaas aan de achterzijde kleine bloeduitstortingen te zien waren. De blaas en
urethra (plasbuis) waren intact. Naast dit letsel zijn er bij de operatie
bloeduitstortingen in de buik gevonden. Bij de operatie wordt geconstateerd dat aan de uitgang van de vagina een verscheuring tussen de vagina en het anale kanaal
zichtbaar is. De totale lengte van de scheur is 2,5-3,0 cm. De vaginawand wordt operatief hersteld en een stoma (voor ontlasting) wordt aangelegd. In het operatieverslag wordt vermeld dat het letsel ten minste 2 dg. oud moet zijn, want er is retractie (terugtrekking) van de wondranden en er is fibrine beslag (tekenen van wondherstel). De operateur stelt dat ‘het aangetroffen letsel niet te verklaren is uit een mogelijke afwijking bij het kind zelf. Het is zonder enige twijfel het gevolg van penetratie van buitenaf met een groot voorwerp.’ Verder is aldus de
artsen die de operatie hebben uitgevoerd andere epithelisatie van het vulvaire gebied
(weefsel dat ontstaat tijdens de wondgenezing in het genitale gebied) te zien, passend bij eerder seksueel misbruik langer geleden.
5.9Genitaal letsel
Op de foto van 12-02-2022, gemaakt in het [universitair ziekenhuis] is op 4 uur een verstoring/onderbreking van de linker grote schaamlip te zien. Tevens is vanuit die verstoring littekenweefsel te zien dat doorloopt op het bovenbeen. Daarnaast is op 4-5 uur een huidflapje van de grote schaamlip te zien.
Het littekenweefsel van de schaamlippen links en rechts zijn te zien. Tevens is zowel links als rechts een huidflapje (foto 9 van 31-08-2022) te zien.
Tevens zijn bloeduitstortingen van de achterzijde van de blaas te zien. De blaas is in
de onderbuik gelegen voor de vagina. Bloeduitstortingen ontstaan door stomp
inwerkend (botsend en/of samendrukkende) krachtsinwerking. De blaas kan geraakt
worden door diepe penetratie van de vagina met kracht. Bij een volwassene heeft de
plasbuis een lengte van ca. 3-4 cm. Bij een kind van 4 maanden zal de lengte van de
plasbuis korter (geschat 2-2,5 cm) zijn. Bij (met name diepe) penetratie van de vagina rekt het weefsel van de blaas tot op zekere hoogte mee. Om bloeduitstortingen bij de aanhechting van de blaas (zwarte cirkel figuur 1) te laten ontstaan is een lokale stompe impact (krachtsinwerking) nodig.
Tijdens de operatie is geconstateerd dat er fibrine beslag en terugtrekking van de
wondranden m.b.t. de scheurwond te zien was. Dit duidt op een langer bestaande
verwonding.
De combinatie van bevindingen op 12-02-2022, 31-05-2022 en 31-08-2022 en de
bevindingen bij de operatie, namelijk een scheurwond, bloeduitstortingen aan de
achterkant van de blaas en in de buik en weefsel passend bij littekens zijn verdacht
voor meerdere periodes van ano-genitale penetratie (binnenwaarts gerichte forse
krachtsinwerking met een stomp voorwerp of lichaamsdeel).
De bevinding aan het genitaal gedaan in februari is dus, in tegenstelling tot wat de
gynaecoloog heeft geconcludeerd, geen normale bevinding, maar in het licht van de latere bevindingen en de bevindingen van kort na de geboorte bezien een litteken van eerder letsel.
Gezien de bevindingen op de foto’s van februari, mei en augustus en de bevindingen
bij de operatie is sprake geweest van meerdere momenten van anogenitale
penetratie.
Penetratie bij een kind van deze leeftijd kan gezien het feit dat het kind niet zelf kan
klimmen en klauteren alleen door een derde (al dan niet accidenteel) plaatsvinden.
Door vader is verklaard dat zijn vinger per ongeluk in de vagina en/of de anus terecht is gekomen. Penetratie van de vagina bij prepuberale kinderen is pijnlijk vanwege de gevoeligheid van het maagdenvlies. Aanraking zal leiden tot een pijnreactie bij het kind. Penetratie (en scheuren) van de vagina zal direct tot heftige pijn leiden en dus niet ongemerkt voorbij gaan. Penetratie van de anus is mogelijk zonder direct pijn te veroorzaken. De anus heeft echter een kringspier en om die te passeren met een vinger moet druk worden uitgeoefend. Het ontstaan van verscheuring van het weefsel ontstaat door overrekking van de wanden van het ano-genitaal. Bloeduitstortingen aan de achterzijde van de blaas kunnen ontstaan door fors stompe krachtsinwerking bij diepe penetratie van de vagina. De verklaring van vader is dus geen adequate verklaring voor het geconstateerde letsel aan het genitaal.
Conclusie: De bevindingen aan het anogenitaal zijn
zeer veel waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking (inclusief penetratie) dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
2. Beoordeling letsel 30 mei 2022
Het letsel bestaat uit een volledige verscheuring van het maagdenvlies en een
scheurwond tussen de vaginawand en de anus. Daarnaast zijn er (inwendig)
bloeduitstortingen op de overgang blaas naar plasbuis en in de buik geconstateerd
door de behandelend arts. Bij de operatie is (uitwendig) littekenweefsel passend bij
eerder letsel aan het genitaal te zien.
Een proces-verbaal van bevindingen:
Meer-ogen-beleid
[benadeelde] is op 01 maart 2022 ontslagen uit het [universitair ziekenhuis] . Op dat moment heeft Veilig Thuis [regio] een meer-ogen-beleid ingesteld. Deze afspraak hield in dat [verdachte] en [medeverdachte] nooit alleen mochten zijn met [benadeelde] er moest altijd een derde persoon bij zijn. Dit meer-ogen-beleid heeft geduurd tot 18 maart.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting:
Verdachte [verdachte] verklaart, als volgt:
Op maandag 30 mei 2022 rond 16:30 uur is haar luier verschoond door [medeverdachte] . Voordat wij met [benadeelde] gingen douchen, zag ik een druppel bloed in haar luier en heb ik gevraagd aan [medeverdachte] of dit er al eerder was. [medeverdachte] zei toen dat hij misschien hardhandig sudocrème had aangebracht. Ze was toen vies en hij had haar onder de kraan schoongemaakt.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] :
Op 3 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
Gisteren heb ik in mijn cel gezeten. Toen ging ik nadenken en de puzzelstukjes vielen toen ineen. Ongeloof. Je krijgt haast het idee dat [medeverdachte] dit allemaal gedaan heeft.
V: wat bedoel je?
A: Bijvoorbeeld het oogje. Vorige week zondag; er was een adertje gesprongen. Ik bedacht me dat het structureel was. Het sokje ging te hard met uittrekken. Het nageltje ging er af.
Vorige week zaterdag moest ik nog boodschappen doen. Ik heb bewust tot ’s avonds gewacht zodat ik veilig boodschappen kon doen. Ik ben een half uur weggeweest. Toen ik thuis kwam zat ze beneden. Ik vond dit vreemd. Als [benadeelde] slaapt, slaapt ze. Ik heb haar weer naar bed gebracht. De volgende ochtend haalde ik haar uit bed en toen zag ik dat er een adertje geknapt was. En een vlekje hier, vlekje daar. Ik heb [medeverdachte] wakker gemaakt en gevraagd wat er gebeurd was, omdat [benadeelde] een bloeduitstorting in haar oog had. Hij zei: niets, ik heb haar misschien te hard tegen mij aan gedrukt.
V: wat zag je toen op je op 21 mei thuis kwam?
[medeverdachte] zat helemaal tegen [benadeelde] aan geleund. [benadeelde] had een rood hoofd, alsof ze heel erg overstuur was geweest.
Ik zag [medeverdachte] wel vaker hardhandig met [benadeelde] .
A: Als [benadeelde] werd verschoond door [medeverdachte] en ze huilde, werd hij wel eens gefrustreerd. Ik heb een keer gezien dat [medeverdachte] zijn hand volledig over haar mond deed en: “Stil nou” zei.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] :
Op 5 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
V: Hoe vaak heb je meegemaakt dat [benadeelde] bloedde?
A: Op het moment dat ik haar verschoonde? Eigenlijk nooit ik zag het altijd pas achteraf in de luier. Ja, ik zag het maandag. Maar daarvoor nooit dat het bloedde. Ik zat soms nog wel eens te kijken van waar komt het toch vandaan. Want ik zag geen wondjes.
A: Af en toe hoorde ik ook wel eens de kraan boven aan gaan. Ik liep dan naar boven om te kijken wat er was en zag ik dat hij haar kont onder de kraan hield. Dan zei hij dat het weer zo heftig bloedde.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] :
Op 27 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
A: Ja, ik weet van mijzelf dat ik goed voor haar ben en dat de plekjes bij [benadeelde] ontstaan zijn op de momenten dat ik er niet was.
A: Om het oog is het blauw en rood. Op 10 februari ben ik voor het eerst weggeweest naar de kapper. Toen ik terug kwam had [benadeelde] bij haar oog helemaal de ketting in haar oog staan.
A: Ja, ik heb al eerder verteld dat ik heb gezien dat [medeverdachte] zijn hand op de mond van [benadeelde] deed. [medeverdachte] deed bijvoorbeeld ook weleens de speen in haar mond maar dan echt hard aandrukken en zeggen dat ze stil moest zijn.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] :
Op 23 augustus 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
V: Wanneer heb je voor het eerst bloed in de luier van [benadeelde] gezien?
A: Toen ze net geboren was zat de week erna ook al wat bloed in haar luier maar ze zeiden dat dit kan. Het is meer van de laatste tijd dat ik het zag, dat was dan ongeveer 1 keer in de week.
V: Wanneer heb je dat voor het eerst gezien?
A: Sowieso in de eerste weken niet. Meer van de laatste maand/anderhalve maand voor 30 mei 2022.
V: Als jij dat zag, waar kwam het bloed dan vandaan?
A: Het was vaak vermengt met ontlasting.
V: Besprak je dat altijd met [medeverdachte] ?
A: Alles wat ik zag besprak ik met hem.
V: Wat was zijn reactie dan?
A: Dat hij met verschonen iets te hardhandig is geweest. Ruw geweest.
A: Dat is ook op die maandag 30 mei geweest.
V: Is het daarvoor ook voorgekomen dat [medeverdachte] het kontje van [benadeelde] onder de kraan deed?
A: Een keer of 4 in de 2 maanden voor 30 mei.
V: Hoe kwam jij daarachter?
A: Ik vond een hele natte doek in de wasmand, en [medeverdachte] zei dan dat hij het goed schoon moest maken door bloed of ontlasting.
V: Hoe zag de handdoek eruit die je vond?
A: Nat, maar ik heb weleens een handdoek gehad waar wat bloed in zat.
V: Even terug naar maandag 30 mei, wanneer deed [medeverdachte] het kontje van [benadeelde] onder de kraan?
A: Ik was beneden bezig met het eten en ik vond sowieso al dat het lang duurde. Ik hoorde de kraan aangaan en ben gaan kijken. Het was bij de wastafel in de badkamer, de rechter. Hij waste het kontje van [benadeelde] .
V: Hoe had hij [benadeelde] dan vast?
A: Haar gezicht naar [medeverdachte] toe en dan haar billen onder de kraan. Hij draaide haar dan ook zodat haar billen en vagina onder de kraan werden schoongespoeld.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] :
Op 4 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
V: [medeverdachte] , heb jij [benadeelde] ooit pijn gedaan?
A: Ik heb haar wel eens pijn gedaan ja.
V: Vertel eens.
A: Heel in het begin was ik haar aan het wassen en toen kwam ik bij haar rechtervoetje en had ik te lange nagels. Ik kwam toen over haar voetje met mijn nagel, aan de onderkant en toen klapte haar velletje dubbel. Het is wel hersteld maar je kunt het nog wel zien.
V: En verder?
A: Ook nog een keer met een sokje uittrekken. Ik zag toen een klein streepje op het teentje van [benadeelde] . Een sneetje. Het is al van lange tijd geleden maar ik geef het eerlijk toe.
A: Ik heb het [verdachte] ook allemaal laten zien.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 15 juni 2022 tussen [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) en zijn ouders [naam 1] en [naam 2] :
[medeverdachte] : mam ik moet me niet druk maken. Ik ben blij dat jullie achter mij staan en ik ben eerlijk geweest. En mam ik denk ook dat het mijn schuld is wat er gebeurd is.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 15 juni 2022 tussen [medeverdachte] ( [medeverdachte] / [medeverdachte] ) en [verdachte] ( [verdachte] / [verdachte] :
[medeverdachte] : Ik heb ook eerlijk gezegd van nou ja…die schade aan haar teentje toen.
[medeverdachte] : En dat ik ook heel vervelend vond dat ik altijd…ja bloed bij haar luier en dat soort dingen.
[medeverdachte] : En [verdachte] , ik wilde je het ook zeggen…ik denk…dat moet je aub voor je houden dat die schade aan haar onderkant, dat het wel mijn schuld is.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 18 juni 2022 tussen enerzijds [medeverdachte] ( [medeverdachte] / [medeverdachte] ) en anderzijds zijn ouders [naam 2] en [naam 1] en [verdachte] ( [verdachte] / [verdachte] ):
[medeverdachte] : wat ik nu graag van jullie allebei wil weten wat is nou precies de schade bij [benadeelde] aan de binnenkant?
[verdachte] : Er is een open verbinding tussen de uh normaal gesproken heb je zeg maar…hoe zeg je dat:
[naam 2] : een wandje.
[verdachte] : een wandje tussen de vagina en de anus.
[medeverdachte] : ja.
[verdachte] : En bij haar was het een open verbinding.
[medeverdachte] : Ok.
[verdachte] : Dat was kapot.
[medeverdachte] : Ok ja.
[verdachte] : Vandaar dat ze nu ook een stoma heeft om dat rust te geven.
[verdachte] : Maar dat hebben ze gehecht alleen [benadeelde] is natuurlijk nog heel beweeglijk dus ze trapt ook heel veel dus vandaar dat er nog weer wat hechtingen zijn los gegaan.
[medeverdachte] : Ach.
[verdachte] : En die hebben ze gisteren opnieuw gehecht.
[medeverdachte] : Wat ik tegen jullie gezegd heb wat ik waarschijnlijk heb gedaan dat komt dan wel redelijk overeen toch of niet?
[naam 2] : Ja [medeverdachte] dat weten wij niet.
[medeverdachte] : Ja mam ik kan er niets anders van maken. Ik bedoel dit is gewoon wat mij overkomen is een aantal keer.
[benadeelde] werd zowel op 12 februari 2022 als op 30 mei 2022 met ernstig letsel in het ziekenhuis opgenomen. Op 12 februari 2022 ging het om hersenletsel en op 30 mei 2022 ging het om ernstig genitaal letsel.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen niet af dat verdachte in de tenlastegelegde periode wist dat [medeverdachte] op 12 februari 2022 het hersenletsel bij [benadeelde] had veroorzaakt. Weliswaar ontstond in het ziekenhuis een verdenking van kindermishandeling, maar de onderbouwing (de forensische letselrapportage) en het verhoor door de politie van verdachte en [medeverdachte] hierover vonden pas plaats na de tenlastegelegde periode. Ook leidt het hof uit de bewijsmiddelen niet af dat verdachte wist dat in de tenlastegelegde periode [medeverdachte] zich schuldig maakte aan het seksueel binnendringen bij [benadeelde] of het anderszins toebrengen van genitaal letsel. De advocaat-generaal heeft in haar requisitoir verwezen naar een rapportage Raadsonderzoek waarin staat dat volgens artsen de personen die [benadeelde] in de dagen voor 30 mei 2022 verzorgden het genitale letsel gezien moeten hebben. Het hof acht dat onderdeel uit de rapportage Raadsonderzoek echter niet bruikbaar voor het bewijs. De betreffende artsen zijn (voor zover het hof weet) niet verhoord. Het hof vraagt zich af of die artsen in een verhoor of in een rapportage hetzelfde en even stellig zouden verklaren als is opgetekend door de opstellers van de eerder genoemde rapportage. De deskundigen die in deze zaak gehoord zijn tijdens de zitting van de rechtbank en die de rapportages hebben opgesteld, hebben niet verklaard dat het genitale letsel al voor 30 mei 2022 gezien moet zijn door de verzorgers van [benadeelde] .
Uit de bewijsmiddelen volgt wel dat verdachte wist dat [medeverdachte] [benadeelde] soms (minder zwaar) letsel toebracht. Reeds voordat [benadeelde] op 12 februari 2022 in het ziekenhuis werd opgenomen, veroorzaakte [medeverdachte] een afdruk van zijn ketting en een blauwe plek in het gezicht van [benadeelde] . Nadat het [medeverdachte] vanaf 18 maart 2022 weer toegestaan was alleen met [benadeelde] te zijn, zag verdachte ongeveer één keer in de week wat bloed in de luier van [benadeelde] . [medeverdachte] gaf haar hiervoor als reden dat hij te hardhandig was geweest bij het verschonen van [benadeelde] . Ook heeft verdachte een paar keer waargenomen dat [medeverdachte] de billen van [benadeelde] onder de kraan hield en daarbij zei dat het weer zo heftig bloedde. Verdachte heeft ook letsel waargenomen aan het voetje van [benadeelde] waarvan verdachte wist dat dat door [medeverdachte] was toegebracht. Verdachte wist ook dat [medeverdachte] soms onbeheerst reageerde op het huilen van [benadeelde] door zijn hand op de mond van [benadeelde] te doen of door haar speen hard in haar mond te drukken. Gelet op de bij verdachte bekende letsels en bloedingen bij [benadeelde] - waarvan verdachte in de tenlastegelegde periode wist dat deze door [medeverdachte] waren veroorzaakt - had zij [benadeelde] niet alleen bij [medeverdachte] mogen laten. Door niet in te grijpen heeft verdachte [benadeelde] in een hulpeloze toestand gelaten. Verdachte heeft [benadeelde] niet beschermd tegen het hardhandig optreden van [medeverdachte] , terwijl zij als moeder van [benadeelde] wel die verplichting had. Het niet ingrijpen van verdachte heeft als gevolg gehad dat [medeverdachte] verder kon gaan met het toebrengen van letsel bij [benadeelde] en dat [benadeelde] uiteindelijk op 30 mei 2022 met ernstig genitaal letsel in het ziekenhuis werd opgenomen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
zij in
of omstreeksde periode van de [geboortedag] 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,(telkens) opzettelijk haar kind, [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij, verdachte, krachtens wet of overeenkomst verplicht was, in een hulpeloze toestand
heeft gebracht en/ofheeft gelaten, immers heeft
/iszij, verdachte,
(telkens)met dat opzet, terwijl zij, verdachte, wist,
althans kon weten dan wel vermoeden,dat haar, verdachtes, echtgenoot ( [medeverdachte] ), voornoemde [benadeelde]
verwaarloosde en/ofpijn en/of letsel toebracht niet, althans niet tijdig, ingegrepen en voornoemde [benadeelde] niet in een veilige situatie gebracht, en
/ofmet die [benadeelde] in de woning bij haar echtgenoot, genoemde [medeverdachte] , blijven wonen en
/ofgenoemde [benadeelde] , met genoemde [medeverdachte] alleen gelaten, zodat
de verwaarlozing en/ofhet toebrengen van pijn en
/ofletsel door genoemde [medeverdachte] jegens voornoemde [benadeelde] kon
(den)voortduren, welk feit zwaar lichamelijk letsel
(hoofd-/hersenletsel, ribbreuken en/of(ano)genitaal letsel)) ten gevolge heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand laten, terwijl dit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 47 dagen, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
De raadsman heeft verzocht om, indien het hof toekomt aan strafoplegging, geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de duur die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft ondergaan. Daarbij heeft de raadsman gewezen op de gevolgen die verdachte van deze zaak heeft moeten ondervinden. Zo is zij haar baan kwijtgeraakt vanwege de vele bedreigingen op sociale media. Inmiddels probeert zij haar leven weer op te pakken en heeft zij een nieuwe baan gevonden. Buiten dat moet verdachte accepteren dat haar dochtertje zal opgroeien in een pleeggezin en niet bij haar als moeder.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder deze is begaan en heeft ook gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstaf van de hierna aan te geven duur.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in hulpeloze toestand laten van haar dochtertje [benadeelde] . [benadeelde] werd mishandeld door haar vader, zijnde de toenmalige echtgenoot van verdachte, waardoor [benadeelde] pijn heeft gehad en letsel heeft opgelopen. Verdachte heeft niet adequaat ingegrepen om [benadeelde] in veiligheid te brengen terwijl er meerdere signalen waren waarop zij had moeten handelen. [benadeelde] was ten tijde van de mishandelingen een baby die voor haar veiligheid volledig afhankelijk was van haar ouders. Op verdachte rustte dan ook de taak om voor de veiligheid van [benadeelde] te zorgen. Verdachte heeft haar dochter niet de veilige thuisbasis geboden die zij nodig had. Als gevolg van dit alles kan [benadeelde] niet opgroeien bij haar ouders, maar verblijft zij in een pleeggezin. Het hof rekent verdachte dit aan.
Verder houdt het hof in de strafoplegging rekening met de persoon van verdachte. Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 februari 2025 blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
De gebeurtenissen met [benadeelde] hebben een grote impact gehad op verdachte. Ondanks dat verdachte niet de persoon is die [benadeelde] heeft mishandeld, is zij haar dochter kwijt. [benadeelde] verblijft in een pleeggezin en verdachte mag haar eens per drie maanden bezoeken. Onder toezicht van de pleegmoeder van [benadeelde] en pleegzorg probeert verdachte een band op te bouwen met haar dochter. Daarnaast heeft verdachte te maken gehad met bedreigingen. Hierdoor is zij haar baan bij de apotheek kwijtgeraakt en voelt zij zich onveilig in haar woonplaats [plaats] . Verdachte heeft hulp gezocht bij een psycholoog en is hier nog steeds onder behandeling. Het hof houdt in de strafoplegging rekening met de gevolgen die deze zaak voor verdachte heeft gehad.
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met aftrek van voorarrest passend en geboden. Het hof zal daarnaast het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg – via bijzonder curator mr. J.E. Bruning – in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt
€ 172.245,29, bestaande uit € 4.245,29 aan materiële schade en € 168.000,00 aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep in zijn geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft haar vordering in hoger beroep gehandhaafd.
De vordering van de benadeelde partij is voornamelijk gebaseerd op het zwaar lichamelijk letsel dat niet door verdachte, maar door de ex-partner van verdachte is toegebracht. Verdachte is weliswaar veroordeeld voor het in hulpeloze toestand achterlaten van [benadeelde] , maar het hof heeft niet kunnen vaststellen dat verdachte wist dat haar ex-partner handelingen verrichtte die hebben geleid tot het zwaar lichamelijk letsel bij [benadeelde] . De vraag in hoeverre verdachte in civielrechtelijke zin aansprakelijk kan worden geacht voor het zwaar lichamelijk letsel van [benadeelde] is een te complexe vraag om binnen het strafgeding te worden beantwoord. Het hof is daarom van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 255 en 257 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.