Uitspraak
8 april 2025
De procedure
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 8 april 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. R.A. Wolf, raadsheer-plaatsvervanger. Dit verzoek werd ingediend in het kader van een lopende belastingprocedure, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst had verzocht om de vervanging van verzoeker vanwege mogelijke belangenverstrengeling. De inspecteur wees op de professionele connectie van verzoeker met de gemachtigde van de belanghebbende en de grote financiële belangen die op het spel stonden. Verzoeker stelde dat hij niet op de hoogte was van de specifieke zaken die behandeld zouden worden, maar dat de inhoud van de brief van de inspecteur hem deed vrezen voor de schijn van vooringenomenheid, vooral gezien zijn eerdere publicaties over de materie. De kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken oordeelde dat, hoewel er geen directe betrokkenheid was, de publieke uitlatingen van verzoeker over de materie de schijn van vooringenomenheid konden wekken. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen, en werd bepaald dat de procedure in de bodemzaak zou worden voortgezet zonder de deelname van verzoeker. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.