Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van opzetheling veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand;
- ter zake van de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder het parketnummer 16-089850-20 de proeftijd verlengt met een jaar;
- ter zake van de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder het parketnummer 21-005731-19 de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelast, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van dertig dagen, en ten aanzien van het resterende gedeelte van de voorwaardelijk opgelegde straf, namelijk een gevangenisstraf voor
De tenlastelegging
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde feit
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte heeft geprofiteerd van een door een ander of anderen gestolen goed en daarmee heeft bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen, waardoor het plegen van vermogens-misdrijven door derden lucratief blijft;
- de omstandigheid dat het hierbij gaat om een voorwerp van aanzienlijke waarde, te weten een elektrische fiets met een waarde van ongeveer € 2.000,-.
Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.