Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 14 november 2024;
- het verweerschrift van de raad en
- een brief namens de moeder van 10 december 2024 met producties.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de raad,
- de vader en
- een vertegenwoordiger van de GI.
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2011, en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2014.
- de kinderen verblijven in de oneven weken op zaterdag bij de vader van 13.00 uur tot 19.00 uur. De moeder brengt de kinderen naar de vader en de vader brengt de kinderen terug naar de moeder;
- de kinderen verblijven wekelijks op maandag van 14.30 uur tot 19.00 uur bij de vader. De vader haalt de kinderen op uit school en de moeder haalt de kinderen op bij vader;
- wanneer de vader een vaste woon- en verblijfplaats heeft, zal in het tempo van de kinderen en in overleg en samenspraak met de GI en de betrokken hulpverlening de weekendregeling (vrijdag uit school tot maandag naar school) worden hervat.
4.De omvang van het geschil
- de kinderen onder toezicht gesteld van de GI met ingang van 26 september 2024 tot 26 september 2025 en
- een machtiging tot uithuisplaatsing verleend van [de minderjarige1] bij de vader met ingang van 26 september tot 26 maart 2025.
5.De motivering van de beslissing
- de kinderen groeien op in een veilige, stabiele, voorspelbare en betrouwbare opvoedingsomgeving;
- de kinderen krijgen ondersteuning met betrekking tot het herstel van contact met de andere ouder (bijvoorbeeld met de inzet van een kindbehartiger);
- voor [de minderjarige1] wordt de noodzakelijk geachte hulpverlening met betrekking tot haar persoonlijke problemen ingezet;
- de kinderen zijn geen getuige van ruzies en/of strijd tussen de ouders;
- de kinderen ervaren dat het de ouders lukt om, in de toekomst, op meer adequate wijze met elkaar te communiceren;
- de kinderen ervaren bij hun ouders dat ze van beide ouders mogen houden;
- de kinderen ervaren duidelijkheid over hun hoofdverblijfplaats en hoeven niet bang te zijn dat hierin onverwachts veranderingen plaatsvinden;
- de kinderen weten op welke dagen en tijden zij bij welke ouder zijn en wanneer de wisselmomenten zijn. Zij ervaren hier duidelijkheid en rust in;
- de kinderen ervaren dat de ouders in staat zijn in hun belang te handelen beslissingen te nemen en flexibel te zijn omtrent de afspraken indien de situatie hierom vraagt;
- de kinderen hebben ouders die beiden hulp accepteren en aan de slag gaan met het verkrijgen van inzicht in hun eigen handelen;
- de ouders gaan aan de slag met hulpverlening die erop gericht is dat de ouders hun ex-partnerproblematiek achter zich kunnen laten en handvatten krijgen om met elkaar te kunnen communiceren in het belang van de kinderen.