ECLI:NL:GHARL:2025:198
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige met autisme en de rol van de ouders en de gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2014, die lijdt aan autisme. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 11 april 2024 de ondertoezichtstelling heeft uitgesproken. De moeder verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen, terwijl de vader en de raad voor de kinderbescherming verweer voeren en de beschikking willen bekrachtigen.
De procedure begon met een verzoek van de raad om de minderjarige onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling (GI) voor een periode van een jaar, vanwege zorgen over de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over de opvoedingssituatie en het contact tussen de minderjarige en zijn ouders nog steeds aanwezig zijn. De ouders zijn gescheiden en er is veel strijd over de opvoeding van de minderjarige, wat leidt tot emotionele belasting voor het kind.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 november 2024 is gebleken dat de minderjarige kwetsbaar is en behoefte heeft aan structuur en duidelijkheid. De GI heeft aangegeven dat er hulpverlening nodig is om het contact tussen de vader en de minderjarige te herstellen, maar dat dit proces tijd zal kosten. Het hof heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, omdat hulp in het vrijwillige kader onvoldoende is gebleken. De beslissing van het hof is om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen en de proceskosten te compenseren.