ECLI:NL:GHARL:2025:196
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- K. Mans
- E. de Boer
- C.L.F.A. van der Vegt-Boshouwers
- Rechtspraak.nl
Verhuizing van kinderen na scheiding: terugverhuizing naar woonplaats vader
In deze zaak gaat het om een geschil tussen ouders over de woonplaats van hun kinderen na een scheiding. De moeder, die in [woonplaats1] woont, heeft in hoger beroep verzocht om vervangende toestemming voor haar verhuizing met de kinderen naar [woonplaats1]. De vader, die in [woonplaats2] woont, is het hier niet mee eens en verzoekt het hof om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken of de bestreden beschikking te bekrachtigen. De rechtbank Gelderland had eerder de verzoeken van de moeder afgewezen en bevolen dat zij binnen zes maanden terug moest verhuizen naar [woonplaats2]. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de noodzaak van de verhuizing, de communicatie tussen de ouders en de belangen van de kinderen. Het hof oordeelt dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat er een noodzaak was voor haar verhuizing naar [woonplaats1] en dat de belangen van de vader en de kinderen zwaarder wegen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verlengt de termijn voor de terugverhuizing van de moeder met zes maanden, zodat zij uiterlijk op 5 juni 2025 met de kinderen moet zijn terugverhuisd naar [woonplaats2].