ECLI:NL:GHARL:2025:1888
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak voor mishandeling en dwang na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van zijn echtgenoot en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf opgelegd, evenals een contactverbod. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 14 februari 2025 heeft het hof het dossier en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman, mr. M. van Viegen, bestudeerd. Het hof heeft vastgesteld dat de bewijsvoering in de eerdere uitspraak onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De verklaring van de aangeefster, die stelde dat zij jarenlang mishandeld was door de verdachte, werd niet voldoende ondersteund door ander bewijs. Het hof concludeerde dat de verklaringen van getuigen te vaag en niet specifiek genoeg waren om als steunbewijs te dienen. Gezien het gebrek aan voldoende bewijs heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de rol van getuigenverklaringen in strafzaken.