Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een zorg- en contactregeling tussen de vader en de minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. Z. Acer, en de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H. Hofstede, zijn in hoger beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 maart 2025, waarbij beide ouders aanwezig waren, samen met een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. Het hof verwijst naar een eerdere tussenbeschikking van 13 juli 2023, waarin werd afgesproken dat de ouders zich zouden aanmelden voor ouderschapsbemiddeling. De ouders hebben sindsdien duidelijke afspraken gemaakt over de zorgregeling, maar zijn het niet eens geworden over de definitieve regeling.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Raad voor de Kinderbescherming zorgen geuit over de communicatie tussen de ouders en de ontwikkeling van de minderjarige. De raad adviseert wekelijks contact tussen de vader en de minderjarige, maar de moeder is het niet eens met de voorgestelde regeling van de raad. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat de minderjarige twee weekenden achter elkaar bij de vader verblijft, met een belmoment op vrijdag. Het verzoek van de vader om een regeling voor vakanties en feestdagen vast te leggen is afgewezen, omdat dit al in het ouderschapsplan is geregeld. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is op 1 april 2025 uitgesproken in het openbaar.