Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- oplegging van de maatregel van artikel 38z Sr.;
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] geheel zal toewijzen en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van het onder 1 primair aan hem ten laste gelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest;
- ter zake van de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] :
- de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard ter zake van de overige gevorderde materiële schade ten bedrage van € 3.000,-;
- de vordering afgewezen ter zake van de overige gevorderde immateriële schade ten bedrage van € 5.000,-;
- de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
De tenlastelegging
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde feit
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte door het bewezen verklaarde geweldsdelict een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van [benadeelde] en haar op zeer ernstige wijze pijn en letsel heeft toegebracht. [benadeelde] heeft tweede- en derdegraads brandwonden opgelopen door het handelen van de verdachte. Littekenvorming op haar borst zal naar verwachting blijvend te zien zijn. [benadeelde] schaamt zich voor het zichtbare litteken in haar decolleté. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring en de toelichting daarop blijkt dat [benadeelde] nu nog steeds veel last ondervindt van wat de verdachte haar heeft aangedaan.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 5 (vijf) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 21.262,92 (eenentwintigduizend tweehonderdtweeënzestig euro en tweeënnegentig cent) bestaande uit € 10.262,92 (tienduizend tweehonderdtweeënzestig euro en tweeënnegentig cent) materiële schade en € 11.000,00 (elfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.