Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
Opa vroeg of ik zijn piemeltje wil vasthouden, maar dat wou ik niet”.Bij de raadsheer-commissaris heeft de moeder van [slachtoffer] haar eerdere verklaring herhaald in die zin dat zij heeft verklaard dat [slachtoffer] bij het verlaten van de woning beefde en huilde en op dat moment heeft gezegd: “
Opa vroeg of ik aan zijn piemeltje moest zitten”.Ten slotte vindt de verklaring van aangever, voor wat betreft het wel of niet aanraken van het geslachtsdeel, bevestiging in de door de verdachte op de zittingen van de rechtbank en het hof afgelegde verklaringen, in die zin dat [slachtoffer] inderdaad zijn geslachtsdeel heeft aangeraakt.
[slachtoffer] naar zijn geslachtsdeel zou hebben gegrepen”, vervolgens zou sprake zijn geweest van het aaien/voelen van het geslachtsdeel “
zoals kinderen dat doen”en ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verdachte verklaard dat hij in de badkamer heeft gezegd dat [slachtoffer]
“als zij zijn piemel wilde aantikken, dat wel mocht”waarna zij dat zou hebben gedaan. Het zou daarbij om het eenmalig aantikken van zijn geslachtsdeel zijn gegaan. Op de zitting van het hof heeft de verdachte verklaard dat het om een speelse tik zou zijn gegaan. Het hof acht deze laatste verklaring, mede gelet op de eerder afgelegde telkens wisselende verklaringen, niet aannemelijk en stelt vast dat [slachtoffer] het geslachtsdeel van de verdachte heeft aangeraakt, anders dan door een eenmalige kortstondige tik, nadat zij daarvoor door de verdachte was uitgenodigd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
93 (drieënnegentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 90 (negentig) dagen,
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
140 (honderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade.