ECLI:NL:GHARL:2025:1629
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens poging tot moord in Zwolle
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, waarbij de verdachte op 15 juni 2021 integraal was vrijgesproken van medeplegen en medeplichtigheid aan een poging tot moord in Zwolle in 2016. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Het hof heeft de zaak behandeld op meerdere zittingen, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R. Schreudering.
De tenlastelegging betrof onder andere het opzettelijk beschieten van twee slachtoffers met een vuurwapen, waarbij de verdachte zou hebben geholpen door de auto te besturen. De advocaat-generaal stelde dat de medeplichtigheid aan de poging tot moord wettig en overtuigend kon worden bewezen, onderbouwd door verklaringen van een getuige. De verdediging betwistte de betrouwbaarheid van deze getuige en voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte.
Het hof oordeelde dat de rechtbank grotendeels op juiste wijze had beslist en dat de verklaringen van de getuige onvoldoende bewijs boden voor de betrokkenheid van de verdachte. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte vast te stellen.