Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan
de gemeente Súdwest-Fryslân(hierna: de heffingsambtenaar)
[vestigingsplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Voorstel:
- Brief van de Stichting [naam8] d.d. 28 oktober 2015
- Notitie Stichting [naam8] getiteld "Het [naam9] ' (28 oktober 2015)
- Tussenrapport 'Ondernemerschap en Samenwerking in Súdwest-Fryslân', 1 mei 2015 (reeds in bezit van de raad)”.
2.1. Inning van het geld voor het fonds
vooralle ondernemers en wordt gefinancierd
dooralle ondernemers. Om financiering door alle ondernemers in praktische zin mogelijk te maken doen wij een beroep op de raad. Wij vragen de raad om het belastinginstrument onroerend zaak belasting voor niet-woningen te gebruiken voor de inning van de middelen voor het fonds. Concreet, door een opslag te leggen op de onroerende zaak belasting voor niet-woningen. Wij vragen de raad de extra middelen uit die opslag één op één door te zetten naar het fonds.
1.3 Waarom een Ondernemersfonds en geen BIZ of Reclamebelasting
- De bijsluiter bij de aanslag maakt onderdeel uit van de besluitvorming door de raad en kan dus niet op een uitzonderingspositie voor een groep belastingplichtigen hinten. Wel kan de bijsluiter de agrarisch ondernemers oproepen kennis te nemen van de site van het ondernemersfonds. Vervolgens moet op die site de informatie over de retributie helder worden verwoord.
- landbouwbedrijven kunnen verzocht worden een machtiging af te geven aan de gemeente, zodat de gemeente alsnog gerechtigd is om gegevens te overleggen aan het fondsbestuur.
- Het fonds zelf zal in het eerste jaar al een administratie opzetten voor de zelfmeldingen, zodat in het tweede jaar met een reminder gewerkt kan worden.
- De gemeente verstuurt de ozb-aanslag zoals gebruikelijk en int de opbrengsten.
- Tegelijkertijd maken partijen bekend dat de landbouwbedrijven in aanmerking komen voor restitutie van dat deel dat samenhangt met het ondernemersfonds (gemiddeld omstreeks 260 euro per bedrijf). Die 'partijen' kunnen zijn: de gemeente (met de net genoemde beperking), het fonds zelf (advertentie en website) en belangenpartijen ( [naam10] ).
- De landbouwbedrijven worden uitgenodigd om een kopie van hun aanslag te sturen naar het secretariaat van het fonds. Het secretariaat rekent de 'fondsbijdrage' uit en draagt zorg voor betaling van dat bedrag door het fonds aan de agrarisch ondernemer.
- Het eerste jaar gaat geheel op basis van zelfmelding. Zodra de bedrijven bekend zijn bij het fonds, kan het fonds een administratie aanleggen. Het tweede jaar kunnen de bedrijven vervolgens een 'reminder' krijgen van het fonds. Naast natuurlijk opnieuw vermeldingen in de bijsluiter en advertenties.
- Het vragen van retributie kan het gehele kalenderjaar. Een individuele ondernemer kan een opdracht neerleggen bij zijn administrateur, om bij het verwerken van de ozb-aanslag in de boeken standaard een handeling toe te voegen om retributie te vragen. (…)
Overwegingen
De subsidieverlening
Overleg, rapportage en evaluatie
Voorstel:
- medewerking te verlenen aan het verzoek van de Stichting [naam8] om, via een verhoging van de onroerende zaak belastingen voor niet woningen, de voortzetting van het [naam9] voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2023, mogelijk te maken
- bij de vaststelling van de verordening OZB 2019, ten behoeve van de voeding van het fonds een opslag op de onroerende-zaakbelastingen voor niet woningen op te leggen van 0,06% van de WOZ waarde. Daarbij uit te gaan van een verdeling van de opslag van 0,033% voor de eigenaar en 0,027% voor de gebruiker;
- de meeropbrengst van deze opslag, zonder inhouding, ter beschikking te stellen aan de [naam9] onder toepassing van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Súdwest-Fryslân;
(Hof: noten niet geciteerd):
SAMENVATTING
ga door met het fonds. De bereikte resultaten van het fonds in termen van aard en type activiteiten, en de initiatieven die langzamerhand in kleine kernen tot stand komen, zijn voldoende aanleiding om het fonds een volgende periode door te laten gaan. Maar er moet wel een aantal verbeteringen worden ingevoerd:
4.CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Hof: met ingang van 1 januari 2009 geldt de huidige wettekst waarin “voor elke volle € 2.500” niet meer voorkomt) voor een onroerende zaak bepaalt, waarbij het tarief voor alle eenheden van € 2500 even hoog is. Een progressief tarief is dus niet mogelijk. De tarieven kunnen wel verschillen tussen de categorieën onroerendezaakbelastingen, bedoeld in artikel 220. De heffingsmaatstaf voor een onroerende zaak wordt – evenals nu al het geval is – bepaald aan de hand van de waarde van de onroerende zaak als vastgesteld op de voet van de bepalingen van de Wet waardering onroerende zaken.”
5.Proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).