ECLI:NL:GHARL:2025:1457

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
200.332.106
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bewindvoerder voor schade door tekortkomingen in de zorg voor rechthebbende

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van BilancioBudget B.V. (Bilancio) als bewindvoerder van een rechthebbende, die schade zou hebben geleden door tekortkomingen in de zorg van Bilancio. De rechthebbende, vertegenwoordigd door Axilius Bewindvoering B.V. (Axilius), had eerder een beschikking van de kantonrechter aangevochten waarin werd vastgesteld dat Bilancio tekort was geschoten in haar taken. De rechthebbende had een bewind ingesteld op zijn goederen en was erfgenaam van een tante die op 10 april 2020 was overleden. Bilancio had de nalatenschap beneficiair aanvaard en een volmacht gegeven aan een broer van de rechthebbende voor het beheer van de nalatenschap. De kantonrechter had geoordeeld dat Bilancio niet had gezorgd voor een goede afwikkeling van de nalatenschap en had Bilancio veroordeeld tot schadevergoeding. In hoger beroep heeft het hof de beslissingen van de kantonrechter vernietigd. Het hof oordeelde dat Bilancio niet tekortgeschoten was in haar zorgplicht, omdat de afwikkeling van de nalatenschap tijd vergde en er geen bewijs was dat Bilancio anders had moeten handelen. Het hof concludeerde dat de rechthebbende door de tekortkomingen van Bilancio geen schade had geleden, omdat hij uiteindelijk meer overhield van de erfenis dan hij anders zou hebben gedaan. Het hof vernietigde de beschikking van de kantonrechter en wees proceskosten af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.332.106
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 10367995
beschikking van 13 maart 2025
inzake
BilancioBudget B.V. (Bilancio)
gevestigd in Voorthuizen
advocaten: mr. D.J. Wolf en mr. K.M. Roos
en
Axilius Bewindvoering B.V. (Axilius)
gevestigd te Utrecht
wettelijk vertegenwoordiger van [naam2] (artikel 1:441 lid 1 BW)
advocaat: mr. A.C. de Bakker

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 8 oktober 2024
  • het verweerschrift van [naam2] met producties
  • een nader stuk van Bilancio (productie 10)
  • het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling van 20 februari 2025
1.2.
Het hof slaat geen acht op de stukken die zijn overgelegd door [naam1] namens [naam2] , omdat [naam2] niet procesbekwaam is en in deze procedure wordt vertegenwoordigd door Axilius. Het hof betrekt wel de verklaring van erfrecht die [naam1] heeft ingediend bij de processtukken.

2.De kern van de zaak

2.1.
Over de goederen van [naam2] (rechthebbende) is op 19 april 2007 een bewind ingesteld.
2.2.
Aan de rechthebbende is schuldhulpverlening gegeven op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Met alle schuldeisers van rechthebbende is geregeld dat gedurende drie jaar vanaf 26 juni 2018 een deel van de schulden van rechthebbende wordt afgelost en dat de schuldeisers na verloop van drie jaar het restant van de schulden kwijtschelden. Zo is geschied. Op 30 augustus 2021 is aan de schuldeisers van rechthebbende een deel van hun vordering betaald. De schuldeisers hebben het restant van de schulden van rechthebbende kwijtgescholden en hebben hem finale kwijting verleend voor de betaling daarvan.
2.3.
Op 10 april 2020 is een tante van rechthebbende (hierna: de tante) overleden. De rechthebbende is erfgenaam in haar nalatenschap voor het een/zevende onverdeeld aandeel.
2.4.
Bilancio is met ingang van 1 juli 2020 benoemd tot bewindvoerder. Bilancio heeft op 17 augustus 2020 namens rechthebbende de nalatenschap van de tante beneficiair aanvaard. Bilancio heeft namens rechthebbende een volmacht gegeven aan een broer van rechthebbende om hem te vertegenwoordigen ter zake van het beheer en de vereffening van de nalatenschap van de tante. Dit is te lezen in de notariële verklaring van erfrecht die op 10 juni 2021 is afgegeven. Op 13 april 2022 is aan rechthebbende via Bilancio een aanslag erfbelasting opgelegd van € 36.728. De fiscale verkrijging van rechthebbende is volgens de aanslag € 124.635. De broer van rechthebbende heeft deze aanslag betaald uit de middelen van de nalatenschap waarover hij mede namens rechthebbende het beheer had en dat aan Bilancio laten weten.
2.5.
Bilancio is met ingang van 16 december 2022 ontslagen als bewindvoerder; Axilius is benoemd tot opvolgend bewindvoerder. Op 17 mei 2023 is € 203.098 aan de rechthebbende betaald als voorschot op zijn erfdeel.
2.6.
De kantonrechter heeft in zijn beschikking van 12 juni 2023 op voet van artikel 1:362 BW ambtshalve:
  • voor recht verklaard dat Bilancio tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder, doordat zij niet heeft toegezien op de afwikkeling van de nalatenschap van de tante en het bestaan van deze nalatenschap niet heeft gemeld aan de schuldeisers van rechthebbende of zijn schuldhulpverlener; en
  • Bilancio veroordeeld tot vergoeding van de door rechthebbende geleden en te lijden schade, vermeerderd met de wettelijke rente.
2.7.
De bedoeling van het hoger beroep van Bilancio is dat het hof deze beslissingen vernietigt.
2.8.
Het hof zal de beslissingen van de kantonrechter vernietigen en licht dat hierna toe.

3.De toelichting van de beslissing van het hof

3.1.
Een bewindvoerder is tegenover de rechthebbende aansprakelijk indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend (artikel 1:444 van het Burgerlijk Wetboek BW)). De kantonrechter kan de schade vaststellen die de rechthebbende heeft geleden door tekortschietend bewind van de bewindvoerder en de bewindvoerder veroordelen die schade aan de rechthebbende te vergoeden (artikel 1:445 lid 5 BW in combinatie met artikel 1:362 BW). Op de inhoud en omvang van de schadevergoedingsplicht is titel 1 afdeling 10 Boek 6 BW van toepassing.
3.2.
In deze procedure moet eerst worden vastgesteld of Bilancio is tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Zo ja, dan moet worden vastgesteld hoeveel vermogensschade de rechthebbende door het tekortschietend bewind van Bilancio heeft geleden (artikel 6:95 BW). Voor de omvang van deze schade zal het hof de huidige situatie vergelijken met de situatie in het geval Bilancio de belangen van de rechthebbende wel naar behoren zou hebben behartigd en niet zou zijn tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder.
grief 1: is Bilancio tekortgeschoten bij de afwikkeling van de nalatenschap van de tante?
3.3.
Het hof is van oordeel dat Bilancio ter zake van de afwikkeling van de nalatenschap van de tante niets te verwijten valt. Bilancio heeft kort nadat zij tot bewindvoerder is benoemd de nalatenschap beneficiair aanvaard en een volmacht gegeven aan een broer van rechthebbende voor het beheer en de vereffening van de nalatenschap. Niet is gebleken dat Bilancio anders had moeten handelen dan zij heeft gedaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat de afwikkeling van een nalatenschap enige tijd kan vergen. In dit geval is vertraging ontstaan door ziekte van de gevolmachtigde. Bovendien behoorden tot de nalatenschap registergoederen die te gelde moesten worden gemaakt, wat ook tijd vraagt. In de rekening en verantwoording die Bilancio over 2021 heeft gedaan staat:
“Afronding familiaire erfenis is nu, medio augustus 2022 nog gaande. Hierover hebben wij contact met [naam1] als testamentair executeur.”. [naam1] is degene die naast de broer van de rechthebbende bij de afwikkeling van de nalatenschap is betrokken. Dat [naam1] executeur was is een kennelijke vergissing van Bilancio. In de notariële verklaring van erfrecht staat dat de tante geen uiterste wil heeft gemaakt, terwijl ook niet is gebleken dat zij voor 2003 een codicil heeft gemaakt en daarin [naam1] tot executeur heeft benoemd.
grief 2: is schade ontstaan doordat Bilancio de nalatenschap niet heeft gemeld?
3.4.
Bilancio erkent dat zij aan de schuldhulpverlener en aan de schuldeisers had moeten melden dat rechthebbende erfgenaam was van zijn tante en deelgenoot in haar nalatenschap. Die verplichting vloeit voort uit artikel 6 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. [1] Bilancio is naar het oordeel van het hof op dit punt tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder.
3.5.
Vervolgens moet worden vastgesteld of en hoeveel vermogensschade de rechthebbende door het tekortschietend bewind van Bilancio heeft geleden artikel 6:95 BW). Voor de omvang van deze schade zal het hof de huidige situatie vergelijken met de situatie in het geval Bilancio de belangen van de rechthebbende wel naar behoren zou hebben behartigd en niet zou zijn tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder.
3.6.
Als Bilancio wel aan de schuldhulpverleners en de schuldeisers had meegedeeld dat de rechthebbende als erfgenaam was gerechtigd tot de nalatenschap van zijn tante, zou er voldoende geld zijn geweest om de schulden van de schuldeisers geheel te voldoen en zouden zij het restant van de schulden niet hebben kwijtgescholden. De totale omvang van de schulden bedroeg ongeveer € 70.000. Daarvan is maar een zeer gering deel betaald; het grootste deel is kwijtgescholden. De schade die
de schuldeiserslijden is dan ook maximaal € 70.000.
3.7.
In deze zaak gaat het om de vraag hoeveel schade
de rechthebbendeheeft geleden doordat Bilancio is tekortgeschoten. In de hypothetische situatie dat Bilancio wel een melding zou hebben gedaan, zou er van de gelden die hij heeft geërfd een deel van maximaal € 70.000 zijn gebruikt voor betaling van schulden. Een vergelijking van de huidige situatie met die hypothetische situatie leert dat de rechthebbende ‘beter’ is geworden van de tekortkoming van Bilancio en niet ‘slechter’; door de tekortkoming van Bilancio houdt hij meer over van de gelden die hij heeft geërfd. Door de tekortkoming is dan ook geen schade ontstaan. Zou de rechthebbende dan in de toekomst geen schade meer kunnen lijden als de schuldeisers erachter komen dat hij geld heeft geërfd en dat niet is gemeld? In die hypothetische situatie kunnen de schuldeisers hem alsnog aanspreken voor de betaling van het door hen kwijtgescholden deel van de schulden. Ook dan wordt de rechthebbende uiteindelijk niet ‘slechter’ van de tekortkoming van Bilancio; hij wordt er alleen maar niet ‘beter’ van. Hij heeft geen nadeel, maar verliest een voordeel. Dat de rechthebbende door de tekortkoming van Bilancio schade heeft geleden of zal lijden is niet gebleken.
Slotsom
3.8.
Het hoger beroep van Bilancio slaagt. Het hof zal de ambtshalve gegeven bestreden beschikking van de kantonrechter vernietigen. Het hof ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling van Axilius.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 12 juni 2023.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, M.L. van der Bel en J.U.M. van der Werff en is in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2025.

Voetnoten

1.Artikel 6 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening luidt: “De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van deze wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen.”