ECLI:NL:GHARL:2025:1428

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
21-002165-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de vraag of een monowheel als motorrijtuig valt onder de Wegenverkeerswet 1994

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 130,- subsidiair 2 dagen hechtenis. De verdachte, die op een monowheel reed, werd verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van artikel 20h van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof moest beoordelen of de monowheel van de verdachte als motorrijtuig kan worden aangemerkt volgens de Wegenverkeerswet. De advocaat-generaal vorderde vrijspraak, omdat er geen onderzoek was gedaan naar de maximumsnelheid en het vermogen van de monowheel. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de monowheel onder de definitie van motorrijtuig viel. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002165-24
Uitspraak d.d.: 13 maart 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland (locatie Lelystad) van 3 mei 2024 met parketnummer 96-063009-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 27 februari 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van het door verdachte naar voren gebrachte.

Het vonnis waarvan beroep

De kantonrechter heeft verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 130,- subsidiair
2 dagen hechtenis.
Het hof komt tot een andere bewijsbeslissing dan de kantonrechter. Het hof zal het vonnis waarvan beroep daarom vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 9 januari 2022 te [plaats] , op de weg, [locatie] , een motorrijtuig als bedoeld in artikel 20b, eerste lid, aanhef, van de Wegenverkeerswet 1994, dat niet is aangewezen voor toelating tot de weg, te weten een monowheel, heeft gebruikt of laten staan.

Vrijspraak

Verdachte wordt verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van artikel 20h van de Wegenverkeerswet 1994.
Verdachte heeft betwist dat het rijden op een monowheel een strafbaar feit oplevert in de zin van artikel 20h van de Wegenverkeerswet 1994. Aangevoerd is dat een monowheel niet is aan te merken als een voertuig in de zin van de Wegenverkeerswet 1994. Verder heeft verdachte verklaard dat de monowheel waarop hij reed een Gotway betreft en dat deze monowheel veel sneller kan rijden dan 25 km/h.
De advocaat-generaal heeft vrijspraak van het tenlastegelegde gevorderd.
Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat een monowheel in beginsel kan vallen onder de definitie van een motorrijtuig in de zin van artikel 1, eerste lid, onder e, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994 mits de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 25 km/h bedraagt en de monowheel is uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW. Verbalisanten hebben in deze zaak echter nagelaten de door de constructie bepaalde maximumsnelheid en het maximumvermogen te controleren. Daardoor valt nu niet met zekerheid te zeggen of verdachte heeft gereden met een voertuig dat valt onder artikel 20b in verbinding met artikel 20h van de Wegenverkeerswet 1994.
In dit verband stelt de advocaat-generaal zich op het standpunt dat een monowheel die niet valt onder artikel 20b van de Wegenverkeerswet 1994, omdat de door de constructie bepaalde maximumsnelheid meer dan 25 km/h bedraagt, moet worden aangemerkt als een niet goedgekeurd voertuig als bedoeld in artikel 32 van de Wegenverkeerswet 1994 waarvan het gebruik ingevolge deze bepaling verboden is. Dit feit is echter niet tenlastegelegd.
Het hof overweegt als volgt.
Artikel 20h van de Wegenverkeerswet 1994 luidt als volgt:
Het is verboden een motorrijtuig als bedoeld in artikel 20b, dat niet is aangewezen, op de weg te gebruiken of te laten staan.
Niet betwist is dat verdachte op 9 januari 2022 in [plaats] op de [locatie] een monowheel heeft gebruikt.
Het hof dient in het licht van de tenlastelegging de vraag te beantwoorden of een monowheel een motorrijtuig is in de zin van artikel 20b, eerste lid, aanhef, van de Wegenverkeerswet 1994.
Art 20b van de Wegenverkeerswet 1994 luidt als volgt:
Een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder d, die voorafgaande aan de toelating tot het verkeer op de weg door Onze Minister per type of individueel is aangewezen op grond van zijn veiligheidsaspecten, omdat de toelating overeenstemt met de in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, tweede lid en derde lid, onderdeel a, genoemde doeleinden, is in afwijking van hoofdstuk III, zonder te zijn goedgekeurd, toegelaten tot het verkeer op de weg.
Artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders blijkt, verstaan onder:
(…)
e. bromfiets:
(…)
d. een motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 25 km/h, uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, waarvoor geen typegoedkeuring overeenkomstig in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften vereist is;
(…)
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan - nu daarnaar geen onderzoek is gedaan - de door de constructie bepaalde maximumsnelheid van de door verdachte gebruikte monowheel niet worden vastgesteld. Ook kan op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting niet worden vastgesteld dat de door verdachte gebruikte monowheel was uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van maximaal 4 kW. Dit leidt ertoe dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. E. de Witt, voorzitter,
mr. L.G. Wijma en mr. P.W.J. Sekeris, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 13 maart 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.