Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“
zelfs schofterig voor woorden met haar jaloerse gedrag.
Ik begrijp dat je aangeslagen bent naar aanleiding van het gesprek, maar ik neem aan dat jij ook zult begrijpen dat een dergelijke gebeurtenis niet aanleiding kan zijn om je voor onbepaalde tijd ziek te melden, maar hier kunnen we maandag ook over in gesprek gaan.”
“gewoon jaloers is, vorm van aandacht te kort”.Hij schrijft dat hij behoorlijk is geschrokken en dat hij zich de Marco Borsato van Riedel voelt, terwijl er niks is gebeurd. [appellant] nodigt de stagiaire uit voor het gesprek van 11 april 2024 en vraagt haar eerlijk te zijn. Hij besluit met:
“Dit kan grote gevolgen hebben voor iedereen. Fijne dag nog.”
“Ik voel me heel erg agressief naar boven komen. Laat ik nou maar weggaan. De eerste de beste die nou een opmerking maakt is van mij. Ik wil nog steeds in de ziektewet.”
Beoordeling gedragingen – ontslag op staande voet” staat onder meer:
en [de HR-adviseur]vinden wij misplaatst, respectloos en zeer onprofessioneel. In de gesprekken met [de HR-adviseur] , maar ook in het gesprek met ons heb je je bovendien op intimiderende, boze en zelfs bedreigende wijze uitgelaten. Je weet de gesprekken zo te draaien en te escaleren dat jouw gesprekspartner aan de andere kant zich niet prettig, niet veilig en zelfs bedreigd voelt en je minimaliseert totaal wat voor invloed jouw gedrag heeft op jouw gesprekspartner. Ook mis je elk normbesef. Dat blijkt wel uit jouw opmerking dat je bij gebreke van het inplannen van een gesprek met[de stagiaire]
haar wel thuis zou opzoeken omdat je weet waar ze woont. Het feit dat jij de ernst van jouw houding en gedrag niet inziet, heeft tot een onhoudbare werksituatie geleid, waarbij Riedel er bovendien zwaar aan tilt dat zij niet kan instaan voor de veiligheid van haar medewerkers op de werkvloer. Wij kunnen er immers niet vanuit gaan dat jouw grensoverschrijdende, agressieve en zelfs bedreigende gedragingen zich niet weer voor zouden doen.
Hierbij laat ik weten, dat ik hier erg om moet lachen, je mag mij niet ontslaan, want ik heb mij ziekgemeld op vrijdag 4 april jl., dan geldt er een ontslag verbod.
. Daarbij heb ik al contact met haar gehad en een goed gesprek gehad met haar.
- de intimiderende houding van [appellant] tijdens het gesprek van 5 april 2024 met [de HR-adviseur] (hierna: gesprek 2), en
- zijn boze en bedreigende houding tijdens het gesprek op 11 april 2024 met [de HR-manager] en [de teamleider] (hierna: gesprek 3).
Met zijn gedragingen heeft [appellant] een normale en respectvolle omgang met zijn collega’s en leidinggevenden ernstig veronachtzaamd en Riedel kwalificeert deze zowel ieder voor zich als bezien in onderlinge samenhang als een dringende reden voor het ontslag op staande voet.
“het onpasselijke gesprek”(met [de HR-adviseur] ) waardoor [appellant] zich zeer diep in zijn reputatie voelde aangetast “
zelfs te schofterig voor woorden met haar jaloerse gedrag”. [de teamleider] heeft [appellant] gevraagd om erover te komen praten en [appellant] geschreven dat het gesprek geen aanleiding kan zijn voor een ziekmelding voor onbepaalde tijd. Nadat [appellant] hierop niet heeft gereageerd en ook niet op het werk verscheen, heeft Riedel hem geschreven dat zij, na gesprekken met de stagiaire en [de HR-adviseur] , de situatie zeer ernstig opnam en hem uitgenodigd voor een gesprek om zijn zienswijze te horen (zie 3.10). [appellant] is vervolgens op gesprek 3 verschenen en vaststaat dat ook dit gesprek niet goed is verlopen. Het hof heeft de bandopname van het gesprek integraal afgeluisterd. [appellant] laat zich ook in dit gesprek zeer laatdunkend uit over [de HR-adviseur] , valt zijn gesprekspartners voortdurend in de rede, wil niet inhoudelijk uitleggen wat wel of niet in gesprek 1 aan de orde is gekomen en hij blijft erop aandringen dat de stagiaire ook bij de kwestie wordt betrokken. Hij weet waar zij woont, bij haar ouders, en zal haar anders thuis opzoeken. Ook zegt hij dat sprake is van schofterig gedrag, dat hij niet zo met zich laat omgaan en dat zich heeft ziekgemeld uit zelfbehoud, omdat hij niet voor zichzelf instaat. Tijdens het gesprek geeft [appellant] tweemaal aan dat hij overspannen is. Aan het einde zegt hij: “
Ik voel me heel erg agressief naar boven komen. Laat ik nou maar weggaan. De eerste de beste die nou nog een opmerking maakt is van mij”.