Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de omgang en het gezag over een minderjarige, geboren in 2021, van wie de ouders een relatie hebben gehad. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de vader, verweerder in hoger beroep, erkend als de vader van het kind. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader begeleid contact had met de minderjarige. De moeder heeft in hoger beroep twee grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank, waarin het gezamenlijk gezag over de minderjarige werd vastgesteld. De moeder vreest dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders en maakt zich zorgen over de veiligheid van het kind tijdens de omgang met de vader. De vader daarentegen stelt dat er geen problemen zijn en dat het belangrijk is dat zij gezamenlijk gezag uitoefenen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI (gecertificeerde instelling) verklaard dat beide ouders hun best doen en dat er geen zorgen zijn over de veiligheid van het kind bij de vader. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om het gezamenlijk gezag in stand te houden. Het hof heeft, na eigen onderzoek, de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is om af te wijken van het wettelijke uitgangspunt van gezamenlijk gezag. Ook de zorgregeling is bekrachtigd, omdat deze in het belang van de minderjarige is.