Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 juli 2023 te [plaats] , [gemeente] , althans in Nederland, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de nek en/of hals, althans in het lichaam, gestoken en/of gesneden, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.
Uit het geconstateerde letsel, met name de diepte van de steekwond, leidt het hof af dat de steekbeweging met aanzienlijke kracht gepaard is gegaan. Bij de politie heeft verdachte aanvankelijk ook verklaard dat hij zijn broer met kracht met het mes heeft gestoken, dan wel gesneden. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft hij echter verklaard dat hij slechts heeft geprobeerd om zijn broer weg te duwen en dat hij zich daarbij niet bewust was van het feit dat hij het mes nog in zijn hand had. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep deze lezing van het gebeurde herhaald en daarbij ook verklaard dat zijn broer hem met één hand bij zijn keel heeft gepakt en dat zijn duwen daarop een reactie was. Deze gebeurtenis is in eerdere verklaringen van verdachte bij de politie of ter terechtzitting in eerste aanleg niet naar voren komen. Dat sprake zou zijn van een noodweersituatie waarin verdachte zich moest verdedigen is gesteld noch gebleken.
Bewezenverklaring
hij op 16 juli 2023 te [plaats] , [gemeente] , [slachtoffer] , opzettelijk van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet die [slachtoffer] , met kracht met een mes in de hals gestoken ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.