ECLI:NL:GHARL:2025:1239
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van een deelgenootschap naar Turks recht in het kader van een echtscheiding met betrekking tot de verdeling van huwelijksvermogen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om de afwikkeling van een deelgenootschap naar Turks recht in het kader van een echtscheiding. De vrouw, die zowel de Nederlandse als Turkse nationaliteit heeft, heeft op 28 november 2022 een verzoek tot echtscheiding ingediend. De rechtbank Overijssel heeft op 27 september 2023 de echtscheiding uitgesproken. De vrouw en de man, die de Turkse nationaliteit heeft, zijn in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank van 26 juli 2024, waarin de afwikkeling van hun deelgenootschap naar Turks recht werd vastgesteld. De vrouw verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de verdeling van hun bezittingen in Turkije aan de Turkse rechtbank over te laten. De man heeft in incidenteel hoger beroep ook grieven ingediend, onder andere over de taxatie van de woningen in Turkije en de vergoeding van door hem gemaakte kosten. Het hof heeft op 4 maart 2025 uitspraak gedaan en de bestreden beschikking bekrachtigd, met enkele aanvullingen. Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het huwelijksvermogensrecht wordt beheerst door Turks recht. De vrouw is veroordeeld tot medewerking aan de taxatie en verkoop van de woningen, en moet de man een bedrag van € 7.813,36 betalen voor door hem betaalde kosten. Het verzoek tot schorsing van de werking van de bestreden beschikking is afgewezen.