ECLI:NL:GHARL:2025:1129

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
P24/320
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en verlenging met twee jaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2025 de beslissing van de rechtbank Den Haag van 3 september 2024 vernietigd, waarbij de terbeschikkingstelling (tbs) van de terbeschikkinggestelde met één jaar werd verlengd. De tbs was opgelegd in verband met de moord op zijn partner en hun twee kinderen, en het verbergen van hun lichamen. Het hof oordeelt dat, hoewel er een stoornis bij de terbeschikkinggestelde is vastgesteld, het risico op terugval in crimineel gedrag op korte termijn laag is. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde belangrijke stappen heeft gezet in zijn resocialisatie. Het hof heeft besloten de tbs te verlengen met twee jaren, waarbij de terbeschikkinggestelde onder voorwaarden kan worden begeleid en gemonitord. De beslissing is genomen na het horen van deskundigen en het openbaar ministerie, waarbij het hof de ernst van de indexdelicten en de vooruitgang van de terbeschikkinggestelde in overweging heeft genomen. De voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging van overheidswege zijn vastgesteld, waaronder het volgen van behandeling en het vermijden van contact met de nabestaanden van de slachtoffers.

Uitspraak

TBS P24/320
Beslissing van 27 februari 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[terbeschikkinggestelde](hierna: de terbeschikkinggestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
wonende in een eigen woning, onder de verantwoordelijkheid van het [naam kliniek] (hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van
3 september 2024. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en de beëindiging van de verpleging van overheidswege onder voorwaarden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 13 september 2024 waarbij de officier van justitie beroep heeft ingesteld;
- voortgangsverslagen van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 1 november 2024 en 6 januari 2025;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 27 januari 2025;
- de aanvullende informatie van de reclassering van 29 januari 2025;
- de wettelijke aantekeningen over de periode tot en met januari 2025;
- e-mails en brieven van de nabestaanden.
Het hof heeft ter zitting van 13 februari 2025 gehoord:
- de advocaat-generaal, mr. M.C. Polfliet;
- de terbeschikkinggestelde;
- de raadsman van de terbeschikkinggestelde mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen;
- drs. A.J. Klumpenaar, hoofd behandeling, verbonden aan de kliniek en
- [naam reclasseringswerker] , reclasseringswerker.

Overwegingen

De deskundigen
Deskundige Klumpenaar is ter zitting van het hof gebleven bij het door de kliniek uitgebrachte advies tot verlenging van de maatregel met één jaar en tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Hij heeft naar voren gebracht dat de indexdelicten buitengewoon zeldzame en complexe gebeurtenissen betroffen. De statistische kans op herhaling van dergelijke delicten is laag. De terbeschikkinggestelde heeft in zijn behandeling in voldoende mate gewerkt aan de factoren die tot de indexdelicten hebben geleid. Hij is een erg stabiel functionerende man die verrassend veel stress aan kan. Dat het recidiverisico op lange termijn als matig wordt ingeschat heeft meer te maken met het ontbreken van toetsingsmomenten binnen een nieuwe relatie, dan met een verwachting dat hij weer in de fout zou gaan in een relatie. Het liefst zou de kliniek de opgedane vaardigheden van de terbeschikkinggestelde binnen een (intieme) relatie toetsen, maar hij heeft op dit moment geen relatie. Echter de terbeschikkinggestelde heeft naar het oordeel van de deskundige in zijn contacten met vrienden, bekenden en collega’s in zijn werksituatie gedrag laten zien dat voldoende vertrouwen biedt voor een verder goed verloop van de maatregel in het kader van een voorwaardelijk beëindiging.
Deskundige [naam reclasseringswerker] is gebleven bij het advies van de reclassering tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Zij heeft naar voren gebracht dat de reclassering de visie van de kliniek op het recidiverisico onderschrijft. De reclassering heeft regelmatig gesprekken met de terbeschikkinggestelde. Er zijn verdrietige momenten en teleurstellingen geweest in het leven van de terbeschikkinggestelde. Hier is hij niet op een ongezonde manier mee omgegaan. Ook bij zijn werk en de kerk, waar hij vrijwilligerswerk verricht, wordt hetzelfde beeld gezien. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zal er in zijn dagelijkse leven niets veranderen ten opzichte van de huidige situatie van proefverlof. Ook in dat geval blijft er voldoende zicht van de reclassering op het aangaan van relaties en zijn openheid bij de bestendiging ervan.
Beide deskundigen hebben gesteld dat indien het komende jaar stabiel verloopt, niet uitgesloten kan worden dat dan wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling niet verder te verlengen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de bestreden beslissing van de rechtbank moet worden vernietigd omdat de verpleging van overheidswege thans nog niet voorwaardelijk kan worden beëindigd. Primair heeft zij verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen met de duur van één jaar. Aan de vereisten van verlenging is voldaan. Het risico op recidive kan oplopen als sprake is van een langer durende intieme relatie. De terbeschikkinggestelde heeft op dit moment geen relatie. Bij een recente afspraak met een vrouw is hij niet geheel open geweest naar de kliniek. De terbeschikkinggestelde moet over een langere periode gevolgd worden waarbij het ook aankomt op het monitoren van de wijze van intensief contact met vrouwen/vriendinnen mede gelet op de ernst van het indexdelict. Indien nodig moet de kliniek snel kunnen schakelen.
Indien het hof wel over zou gaan tot de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is, volgens de advocaat-generaal, subsidiair verlenging van de maatregel met twee jaren op zijn plaats.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de stap naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege passend en verantwoord is. Deze stap is in lijn met de uitgebrachte adviezen. De behandeling van de terbeschikkinggestelde is effectief geweest. Alle resocialisatiefasen zijn geleidelijk verlopen, waarbij de voortgang uitgebreid is getoetst. In de afgelopen periode heeft hij laten zien dat hij volledig zelfstandig kan functioneren en om kan gaan met stress. De raadsman heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te bevestigen. De terbeschikkinggestelde heeft desgevraagd meegedeeld dat hij wel graag een relatie wil, maar dat hij gezien alle omstandigheden zal afzien van samenwoning. Het ontslag tengevolge van de publiciteit in het kader van de behandeling van de onderhavige zaak door de rechtbank viel hem zwaar, maar inmiddels probeert hij zijn weg weer te vinden. Binnenkort solliciteert hij en hij heeft thans toestemming van zijn behandelaars om te zwijgen over zijn achtergrond. Over de wens van de nabestaanden om de voorwaarden uit te breiden tot de gehele regio [regio] merkt de terbeschikkinggestelde op dat hij contacten heeft in die regio uit de tijd dat hij vast heeft gezeten. Dat waren toen bezoekers van hem en hij wil de contacten handhaven. Hij begeeft zich altijd rechtstreeks naar de adressen van die contacten en voor het overige komt hij niet in die regio.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof komt tot een andere beslissing dan de rechtbank en zal daarom de beslissing van de rechtbank vernietigen.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het gerechtshof te
’s-Gravenhage van 13 april 2007 is veroordeeld voor, kort gezegd, de moord op zijn partner en hun twee kinderen en het vervolgens verbergen, wegvoeren en wegmaken van hun lichamen. Dit zijn misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en narcistische trekken. Het risico op crimineel en/of gewelddadig gedrag wordt (door de kliniek en de reclassering) in het huidige kader ingeschat als laag. In een situatie uit-zorg, waarbij hulpverlening volledig wegvalt, wordt het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag ingeschat als laag op de korte termijn, tot matig indien er op de lange termijn sprake is van een ‘vastgelopen’ relatie.
De verlenging
Het hof is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Over de duur van deze verlenging overweegt het hof als volgt.
Door de deskundigen wordt het recidiverisico op langere termijn als oplopend tot matig ingeschat, indien sprake is van een ‘vastgelopen’ relatie. Het komen tot delictgedrag kent bij de terbeschikkinggestelde een langdurige aanloop waarbij er sprake is van opkroppen van frustraties en woede binnen een intieme relatie. Uit het ten behoeve van de vorige verlengingszitting opgestelde rapport van 20 juni 2022 blijkt dat de onafhankelijk rapporterende psychiater drs. M.R. Weeda toen heeft geadviseerd dat een geleidelijk traject en stapsgewijze uitbreiding van de vrijheden passend is, waarbij het vooral zinvol is om de terbeschikkinggestelde langere tijd te volgen als hij weer in de maatschappij functioneert en een intieme relatie aan zou gaan. Mede gezien de ernst van de indexdelicten acht het hof het aangewezen dat de terbeschikkinggestelde over een langere periode dan de, na het wijzen van deze beslissing, resterende zeven maanden, wordt begeleid en gemonitord. De terbeschikkingstelling zal daarom worden verlengd met twee jaren.
Voorwaardelijke beëindiging
Gelet op de uitgebrachte rapporten van de kliniek en de reclassering en op de daarop ter zitting gegeven toelichting door de deskundigen is het hof van oordeel dat het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht dat beëindiging van de verpleging van overheidswege onder voorwaarden kan plaatsvinden.
De terbeschikkinggestelde functioneert al langer naar tevredenheid van de kliniek en de reclassering. Hij heeft belangrijke stappen gezet op het gebied van resocialisatie. Ook heeft hij laten zien om te kunnen gaan met teleurstellingen, zoals het verlies van zijn baan. Hij staat goed in contact met de reclassering en werkt mee aan zijn behandeling bij [naam kliniek] .
Tot slot is van belang dat bij een beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de voorgestelde voorwaarden, er in praktisch opzicht vrijwel niets voor de terbeschikkinggestelde zal veranderen. Het hof zal dan ook de verpleging van overheidswege beëindigen onder de hierna te melden voorwaarden.
De nabestaanden van de slachtoffers hebben verzocht het locatieverbod uit te breiden naar de regio [regio] . Het hof heeft er ter terechtzitting kennis van genomen dat de terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat hij alleen in die regio komt, met uitzondering van 10 km rondom [plaats] , in het kader van bezoek aan zijn in die regio wonende familie of vrienden. Het hof ziet daarom onvoldoende aanleiding voor het uitbreiden van het locatieverbod.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Den Haag van 3 september 2024 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Beëindigtde verpleging van overheidswege en stelt daarbij de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde:
voor het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht toont;
zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Deze medewerking houdt onder andere in dat de terbeschikkinggestelde:
  • zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
  • een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om zijn identiteit vast te stellen;
  • zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • meewerkt aan huisbezoeken;
  • de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
4. als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan hij voor een time-out worden opgenomen in een [naam kliniek] of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
5. niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zal gaan, zonder toestemming van de reclassering;
6. zich laat behandelen door forensische polikliniek [naam kliniek] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
7. op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met de nabestaanden van de slachtoffers;
8. zich niet zal bevinden in de gemeente [gemeente] en het gebied daaromheen, met een straal van 10 kilometer vanaf de gemeente [gemeente] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod noodzakelijk acht;
9. zich inspant in voor het behouden van betaald werk, met een vaste structuur;
10. de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en/of schulden;
11. mee werkt aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De terbeschikkinggestelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De terbeschikkinggestelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle is gericht op de vraag of betrokkene heimelijke contact(en) onderhoudt. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied.
DraagtReclassering Nederland op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. J.L.M. Dinjens, raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier,
en op 27 februari 2025 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.