In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, geboren in 2013 en 2015. De ouders, die op 14 maart 2005 zijn gehuwd, hebben gezamenlijk het gezag over de kinderen. De moeder heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland, waarin was bepaald dat de kinderen drie weekenden per vier weken bij de vader verblijven. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 januari 2025 hebben beide ouders ingestemd met het advies van de raad voor de kinderbescherming, dat een zorgregeling adviseert van een weekend per twee weken en de helft van de vakanties en feestdagen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders overeenstemming hebben bereikt over de zorgregeling en heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd, uitsluitend ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De nieuwe zorgregeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.