Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft de moeder haar verzoek om een zorgregeling met haar zoon ingetrokken na bemiddeling door de raad voor de kinderbescherming. De beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitgesproken op 25 februari 2025, volgt op een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel van 5 april 2024. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.P. Smit, heeft op 27 januari 2025 een gesprek gehad met [naam1], waarbij het hof de jongen buiten aanwezigheid van de ouders heeft gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 januari 2025 waren zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming. Na de mondelinge behandeling heeft de moeder, met bemiddeling van de raad, besloten haar verzoek in te trekken, omdat [naam1] heeft aangegeven dat hij dit graag wil. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder de gronden van het hoger beroep niet handhaaft, wat leidt tot de beslissing om haar niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek in hoger beroep.