In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar minderjarige kind. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, werd vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Beuving. De gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel trad op als verweerster in deze procedure. De zaak betreft een aanpassing van de omgangsregeling die eerder door de rechtbank was vastgesteld. De moeder had verzocht om een uitbreiding van de omgangsregeling, maar het hof heeft besloten om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar resterende verzoeken in hoger beroep. Het hof heeft de voorlopige omgangsregeling gewijzigd, waarbij de moeder nu eens per drie weken gedurende twee uur begeleid contact heeft met haar kind. Dit besluit is genomen op basis van rapporten van deskundigen die hebben geadviseerd om de frequentie van de omgang te verlagen om de ontwikkeling van het kind te bevorderen. Het hof heeft de belangen van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat de huidige omgangsregeling in het belang van het kind is, gezien haar kwetsbare situatie en de noodzaak voor stabiliteit en rust in haar leven.