Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster](de vrouw) (samen: de rechthebbenden),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de benoeming van een bewindvoerder voor twee rechthebbenden die beiden een verstandelijke beperking hebben. De rechthebbenden, een man en een vrouw, wonen in een zorginstelling en hebben verzocht om hun schoonzus, [naam4], tot opvolgend bewindvoerder te benoemen. Het hof bekrachtigt echter de beslissing van de kantonrechter, die een professionele bewindvoerder heeft benoemd, in afwijking van de voorkeur van de rechthebbenden. Het hof oordeelt dat de benoeming van een familielid tot bewindvoerder, hoewel niet in strijd met de wet, kan leiden tot een belangenconflict, gezien de familiale banden met de zorginstelling waar de rechthebbenden verblijven. De rechthebbenden hebben in hoger beroep vier grieven ingediend tegen de benoeming van de professionele bewindvoerder, maar het hof oordeelt dat de redenen van de kantonrechter om van de voorkeur van de rechthebbenden af te wijken gegrond zijn. Het hof verklaart de rechthebbenden niet-ontvankelijk in hun verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de eerdere beschikkingen en bekrachtigt de benoeming van de professionele bewindvoerder. De beslissing is genomen op 8 februari 2024.